zondag 30 november 2008

Hoort, wie klopt daar, kind'ren?

Vandaag ben ik in een Parijse parochiekerk naar de mis gegaan, en was er getuige van een merkwaardig ritueel dat ik nog nooit gezien of liever gehoord had. De parochiepriester kondigde aan dat twee jonge, ongedoopte vrouwen zich wilden aanmelden aan de kerk. Deze twee zogenaamde kathechumenen willen zich voorbereiden op het doopsel.

Toen volgde het ritueel. Van buitenaf klopten ze op de grote kerkdeur achteraan in de kerk. De parochiepriester opende de zware deur en liet ze binnen. Na officieel gevraagd te hebben om tot de kerk te mogen toetreden, gingen ze met de stoet van priesters en misdienaars naar voor. Daar getuigden ze nog kort over het waarom van hun stap. Een van hen vertelde dat ze in een totaal ongelovig milieu was opgevoed, maar dat ze zich niettemin van kleinsaf gelovig had geweten.

Hoort, wie klopt daar, kind'ren?

Hoor, wie klopt daar, kind'ren?

dinsdag 11 november 2008

Onze Lieve Heer op zolder

Tijdens het voorbije weekend was ik met enkele medejezuïeten in Amsterdam. In A'dam vind je niet alleen grachten, coffeeshops, Ajax. Er zijn ook... tientallen schuilkerken. Onze gastheer-jezuïet leidde ons naar 'Onze Lieve Heer op Solder': een 17-de eeuws woonhuis met een prachtig kerkje op zolder. Dergelijke schuilkerken ontstonden na 1578, toen het katholieke stadsbestuur door een calvinistisch bewind werd vervangen, een gebeurtenis die men daar 'De Alteratie' noemt. De katholieke eredienst werd officieel verboden maar oogluikend toegestaan. Een gedoogbeleid heet dat.

Louter historisch curiosum? Ik kon de gedachte niet onderdrukken dat gelovigen zich tegenwoordig ook wel in schuilkerken verenigen. In de voorbije vijftien jaren ben ik vaak met kleine groepjes samengekomen in een of ander huis en heb daar met hen eucharistie gevierd. Mijn eigen jezuïetenhuis herbergt een kleine niet publieke kapel. Schuilkerkjes.

Godsdienst is politiek gezien naar de privé-sfeer verbannen. Je mag wel gelovig zijn, maar er mogen geen uiterlijke tekens van zichtbaar zijn in een publiek ambt. Niet dat ik er zelf zo'n behoefte aan heb om mij te 'afficheren', maar waarom zou men niet mogen zien welk geloof je belijdt? Het is natuurlijk niet verboden te geloven. Geloven wordt gedoogd, zoals roken van Cannabis.

Sommige politici willen het gedoogbeleid ten aanzien van soft drugs in Nederland stop te zetten, wegens niet efficiënt. Wat met het religieus gedoogbeleid? In onze schuilkerkjes is het vaak knus en goed. Ik vraag me af hoe in A'dam de overgang destijds verlopen is van schuilkerken naar terug openbare katholieke kerken. Misschien niet zonder moeite of nostalgie. Moeten we meer uit onze schuilkerken komen? Kan het ? Willen we het? Een omgekeerde Alteratie...

woensdag 22 oktober 2008

Waar stijgt mijn bloeddruk van?

Het huis is de laatste dagen stiller. Nicolas is net terug van tien dagen naar China. Rob veertien dagen naar Zuid-Korea en Tokio. En Jacques is met Elias naar Parijs. Ik weet niet zo heel precies het doel van hun reizen maar het zal wel respectievelijk met sinologie, spiritualiteit en vrede/conflict te maken hebben. Maar alle drie zijn ze op hun manier bezig met het Rijk Gods. De hele wereld is ons werkterrein. Dat vind ik een mooie gedachte. Ondertussen ben ik druk bezig in ons kleine Vlaanderen. Wat te druk blijkbaar want dat lijkt mijn te hoge bloeddruk mij duidelijk te willen maken. Natuurlijk werk ik heel veel uren, slaap ik te weinig en eet ik te veel. En ook stress? Indien wel, dan niet ten gevolge van mijn zieken, maar wel ten gevolge van mijn reflectie over het management in de gezondheidszorg.

Daar kan ik mij namelijk 'druk' over maken. Het zit overigens veel dieper en breder dan mijn werkplaats. Meer en meer zie ik dat over de hele wereld een bepaald economisch en managementsdenken het leven van ontelbaar velen sterk bepaalt en onder druk zet. Het is zo 'globaal' dat je je afvraagt of het de moeite loont ertegen in te gaan. De Bijbelse verhalen vinden van wel. David tegenover Goliath bijvoorbeeld. De huidige financiële crisis toont dat Goliath toch kwetsbaar is, en legt ook de ultieme verleiding bloot die in een doorgedreven managementsdenken schuilt: hoogmoed, megalomanie, macht omwille van de macht en niet meer ten dienst van de ander. 'Zo mag het niet zijn onder ons', zou Jezus zeggen. Ik moet hier denken aan de Geestelijke Oefening van 'de twee standaarden' bij Ignatius van Loyola. Laten we ons leiden door de dynamiek die uiteindelijk leidt tot nederigheid? Of laten we ons meer leiden door de dynamiek die leidt tot hoogmoed? die analyse heeft niets aan actualiteit verloren.

dinsdag 30 september 2008

Ik weet het niet, maar ik geloof dat...

Zondag laatstleden was het Brondag voor de ignatiaanse familie. Er werd onder andere iets behartenswaardigs verteld over de nieuwe generaal van de jezuïeten (en van de ignatiaanse familie dus). Adolfo Nicolàs verbleef meer dan veertig jaren in het Verre Oosten. Wat hem treft in de oosterse spiritualiteit is een bepaalde nederigheid met betrekking tot onze kennis van de essenties van het leven, zoals God. Oosterlingen zijn niet vlug geneigd tot dogmatische formuleringen. Dat was me uit het hart gegrepen. Een bepaalde vorm van 'agnosticisme (daarmee bedoel ik: 'ik weet het niet, maar ik geloof dat...') lijkt me vruchtbaar. Dat geldt voor mij met name voor het spreken over God en over wat goed is en wat kwaad. Mensen die heel precies weten wie God is en wat Hij wil, blinken niet altijd uit in menselijkheid. Zo zij het niet.

zondag 14 september 2008

Partir, c'est mourir un peu

Deze morgen is Jose Luis, een spaanse jezuïet en huisgenoot, na twee jaar studie in Leuven teruggekeerd naar Sevilla. Hij heeft het hier naar eigen zeggen zeer naar zijn zin gehad. Partir, c'est mourir un peu, maar op een bepaalde manier verlaat je elkaar nooit helemaal als je bij 'de Compagnie' - zoals de jezuïeten zichzelf vaak noemen. Dat is een mooi aspect van het jezuïetenleven: dat je zowat overal in de wereld terecht kunt bij mensen die in dezelfde spiritualiteit zijn gevormd. De wereld is ons huis. Maar dat betekent niet dat we ons niet hechten aan plaatsen...

Deze namiddag ben ik na het geven van een lezing in 'de heerlijckheit' te Geetbets - of all places, maar wat een mooie locatie - teruggekeerd naar de plaats waar ik meer dan 14 jaar heb gewoond: Godsheide. Het huis wordt omgevormd tot een orthopedagogisch centrum (kinderen met opvoedingsproblemen), en stelde zijn deuren open, mede in het kader van de Open Monumentendag. Ik vond het belangrijk voor de nieuwe bewoners om mijn interesse en steun te tonen voor een erg zinvol project, maar ik vond het ook belangrijk voor mezelf want het afscheid van dit huis heeft me moeite gekost, vooral omwille van de vele, toegegeven meestal niet piepjonge mensen die hier hun religieuze identiteit vonden en die niet zomaar een nieuwe spirituele heimat vinden. Van buiten is er weinig veranderd aan het huis, maar vanbinnen zijn vooral de voordien ruime gangen en tussenruimtes 'gecompartimenteerd' in functie van verschillende leefgroepen, en dat maakt het gebouw wat 'kortademiger'. De orthopedagogische groep beseft dat wel, maar moet een tussenweg zoeken tussen respect voor architectuur en de noodzaak om apparte leef-ruimtes te creëren. En ik ontmoette heel even Tim die nu in een van de vroegere paterkamers woont. Hij maakte een heel tevreden indruk. Kansen geven aan jonge mensen die een moeilijke levensstart kennen, dat is toch wel een stuk verrijzenis na de dood van 'ons' bezinningscentrum.

zondag 24 augustus 2008

Tia: ja, Tia! Ja, Tia: ja, hoog! 'Maar' sport?

We waren al een aantal uren een appartement van iemand in sociale nood aan het opruimen toen we het idee kregen om te luisteren naar radio 1 hoe het Tia verging. Ze had hem juist behaald, we hoorden nog niet dadelijk of het een gouden was, maar aan de enthousiaste toon van de reporter te horen moest het dat goud zijn. Wat kort daarop bevestigd werd. De hele natie kreeg een adrenaline-stoot. 44 jaar na Gaston Roelants, ook al in het Verre Oosten. De grijze, natte zaterdag baadde direct in een veel blijer licht. Maar ik had het niet gezien, ik had het niet rechtstreeks meegemaakt, net zoals de 4 x 100 meter bij de vrouwen. Ik vond het spijtig. Nochtans, het is 'maar' sport; en iemand uit de nood helpen is ook belangrijk.

En toch, misschien moeten we niet te vlug zeggen dat het 'maar' sport is. Van naderbij bekeken heeft sport misschien zelfs gelijkenissen met religie. Sport is bijvoorbeeld niet nuttig (al is er veel geld mee gemoeid soms, maar niet bij atletiek), maar wat niet nuttig is, is nog niet zinloos. Sport verwekt respect voor de jarenlange veelal anonieme inspanningen. Sport heeft ook van doen met eerlijkheid: geen doping gebruiken bijvoorbeeld. Sport vergt veel geloof: in jezelf, maar ook in de trainer, in de steun van anderen. Sport brengt mensen bijeen, letterlijk, maar ook figuurlijk, bijvoorbeeld door het enthousiasme en de fierheid over de landgenote die won. Vele mensen delen de vreugde (en soms de teleurstelling). Ze gunnen het succes ook aan atletes zoals Tia en Kim en haar drie 'kompanen', precies omdat ze niet alleen fantastische prestaties neerzetten, maar ook omdat ze niettemin zo spontaan, 'gewoon' en bescheiden overkomen. Al vinden ze sport evident heel belangrijk, toch wordt het geen afgod en blijken andere waarden als een gezin ook essentieel. Als Kim de 100 meter finale mist, zegt ze 'dankbaar' te zijn voor alles wat al wel gelukt is in haar leven. Sport vergt ook keuzes: geen zevenkamp maar hoogspringen, geen individuele 200m maar wel kiezen voor de collectieve 4 x 100 meter. Last but not least: sport kan zo mooi zijn, en daar mogen zovelen van genieten. En genieten is de voltooiing van de schepping.

dinsdag 5 augustus 2008

Jezus: 'sprekend' zijn Vader

God spreekt anders doorheen de tijden: dat blijkt ook uit de taal van de Bijbel die in feite niet een boek is maar een bibliotheekje van boeken ontstaan over vele eeuwen. In het Eerste Testament schrijft de profeet Jeremias: ‘Dit zegt Jahwe tot mij’. In Genesis lezen we: 'En de Heer sprak: er zij licht…’ In Exodus spreekt God tot Mozes en tot het volk en geeft de tien geboden. In die lijn lijkt de profeet Jeremias echt de spreekbuis, de woordvoerder van God, die bovendien letterlijk uitvoert wat God hem opdraagt. Indien ik zou zeggen dat de Heer deze nacht tot mij gesproken heeft, zou u allicht terecht denken: Marc moet eens naar een psychiater. Juist. Toch is het mij overkomen dat ik in een abdij de sterke aandrang voelde om naar een nachtofficie te gaan en het gevoel kreeg dat daar iets op mij wachtte en dat ik hieraan moest gehoorzamen. In die zin kan het spreken van de Heer tot de profeet misschien herkenbaar blijven.

Niettemin wordt het spreken van de Heer anders in het evangelie: geen dialoog meer zoals bijvoorbeeld tussen God en Jeremias of tussen Mozes en God. Het is Jezus zelf die spreekt zonder letterlijke interventie van God. Je krijgt ook minder de indruk dat hij letterlijk doorgeeft wat God de Vader voorzegt, maar dat Hij eerder uit zichzelf, in zekere zin ook gewoner spreekt. Wel is er die intieme band, die innerlijke dialoog met de Abba, Vader, die Jezus voortdurend opzoekt. Maar deze Abba verschijnt zelf nauwelijks nog ten tonele in de evangelies. Bij uitzondering wel: bij doopsel en gedaanteverandering: ‘Dit is mijn geliefde zoon, luister naar Hem’. Als dus de stem van de Vader klinkt is het enkel om het woord te verlenen aan de Zoon ‘Luister naar Hem’. Jezus is niet de woordvoerder van God, Hij is dat Woord.

Als we dus kijken naar de manieren van spreken van God is God ‘bij manier van spreken’ – letterlijk dan – in de evangelies mens geworden. Die mens leeft wel vanuit een intieme band/dialoog met de Abba. De Zoon is geen woordvoerder van God,maar de Zoon is wel, zoals iemand het zo mooi schreef ‘sprekend’ zijn Vader. ‘Wie Mij ziet, ziet de Vader’, zo laat Johannes, na lang contempleren en overdenken van het Jezusgebeuren, Jezus spreken. Hij is de gelijkenis van Zijn Vader… en Hij spreekt ook in gelijkenissen. Want ‘Zonder gelijkenissen leerde Hij niets’.

Jezus gebruikt beelden uit zijn tijd, dus ook veel natuur- en landbouwbeelden, zoals het mosterzaadje. Wat zouden onze beelden zijn? Misschien uit de communicatiewereld. ‘Het koninkrijk gelijkt op een goedaardig computervirus dat (of mooie beelden die) iemand op Internet zaaide zodat het via het wereldwijde web verspreid werd; het gelijkt op een aanstekelijke positieve boodschap die iemand op You tube plaatste; op een blog… Het Woord van God is als een gps die onze positie aangeeft en richting geeft.

Hoe 'spreekt' God volgens jou? Welke beelden zou jij gebruiken?

zaterdag 12 juli 2008

Jonge mensen die erin geloven

Vakantie... de grote leeg-loop? Rusten is iets anders doen, las ik ooit. Nadenkend over dit 'anders doen' viel ik op de rol van jonge mensen daarin.

Tijdens het vorige weekend organiseerden we met een team 'Familiedagen' in het Bezinningscentrum Drongen. Twee keer per jaar gebeurt dat: in het Krokusverlof en aan het begin van de grote vakantie. Ik doe dan dingen waar ik in het gewone leven zelden of veel minder aan toe kom: dagelijks een toneeltje spelen bijvoorbeeld - in het vel kruipen van Esau, en van de ongelovige Thomas, en van de man die een huis wou bouwen op rotsgrond of op zand... En hoe onnozel het soms lijkt als we eraan beginnen, telkens komt er weer veel meer uit dan we gedacht hadden. En muziek spelen en zingen, veel muziek, volwassenen en kinderen die samen piano, klarinet, gitaar, djembe, trommel, dwarsfluit spelen. Heerlijk. En koppels ontmoeten, en veel jongeren want zij zijn tegenwoordig de sterkhouders van de Familiedagen. Zij willen er absoluut bij zijn en trekken de ouders mee. Dat belooft!

Iets anders doen, dat is voor mij ook een huwelijk inzegenen. Hoogstens enkele keren per jaar zit het erin. Ik ontmoet het koppel vier à vijf keer en telkens is het toch wel een voorrecht om een scharniermoment te mogen meebeleven. Deze week ontmoette ik een nieuw koppel voor het eerst, en volgende zaterdag zegen ik een ander huwelijk in. Hoewel ze allen reeds langer samenwonen, hoor ik telkens weer dat die jonge mensen het kerkelijk huwelijk met zijn liturgisch ja-woord betekenisvol blijven vinden. Toch niet zo vreemd, denk ik dan als religieus, want leggen religieuzen hun laatste geloften ook niet vaak pas na vele, vele jaren af (in mijn geval na 13 jaar)? Waarom zou een koppel dan na heel korte tijd al een definitieve keuze moeten maken?

Jonge mensen voeren je soms naar ongewone plaatsen. Volgende zaterdag stappen Thomas en Isabel in het huwelijksbootje, letterlijk ook, want een boot zal hen voeren naar een kerk midden een jachthaven in Zuid-Frankrijk. Dat levert mij een week vakantie in het zonnige zuiden op, en dat is werkelijk heel lang geleden. Daar zal ik iets anders doen: rusten!

dinsdag 1 juli 2008

Mens, erger je niet

Gisteren meldde het radionieuws dat volgens de Federale Controle en Evaluatie Commissie gemiddeld 38 euthanasies per maand worden uitgevoerd, en dat de commissie nogmaals aandringt op meer informatie over euthanasie. Dat ontlokte mij enige ergernis en bedenkingen.

Waarom komt dit nu in het nieuws, bedacht ik? Lang moest ik niet nadenken. Toevallig is er net een brochure verschenen, een editie van het 'LEIFblad', dat blijkbaar aan de door de Commissie geuite vraag naar informatie over euthanasie moet voldoen. Als ik me niet vergis 50.000 exemplaren, ondermeer verzonden met De Huisarts. Toevallig is de voorzitter van de Federale controle en Evaluatie Commissie ook de voorzitter van het LEIF-forum. Toch allemaal mooi georchestreerd.

Misschien moet de radio eens melden hoeveel patiënten gemiddeld per maand sterven met palliatieve begeleiding, of het nu gaat om een overlijden in een palliatieve eenheid of in een andere setting, begeleid door een palliatief supportteam. Dat zijn er beslist veel meer dan 38. Nietttemin moet dan ook eens aangedrongen worden op meer informatie over palliatieve zorg. Wees niet bang, dit zal niet gebeuren.
Op de eerste bladzijde van die brochure lees ik: 'Wist je dat het tijdstip van overlijden bij 4 op de 10 Vlamingen bepaald wordt door een (medische) beslissing? M.a.w. dat hun overlijden medisch gestuurd wordt en niet meer 'natuurlijk' is?' Het cijfer is exact, toch volgens bepaalde onderzoeken. Wat betekent die 4 op 10 voor mij? Dat men gezien de geneeskundige evoluties bewust moet omgaan met die beslissingen. Wat echter mijns inziens vooral gesuggereerd wordt door het helemaal vooraan te zetten, zonder het expliciet te zeggen, is dat in 4 op de 10 gevallen iets 'onnatuurlijks' gebeurt... levensbeëindiging. En dat is al te kort door de ethische bocht.
Wat euthanasie betreft ben ik weliswaar principeel tegen, maar nooit fanatiek, en de mensen die duidelijk euthanasie willen begeleid ik tot het einde. Ook vind ik, getoetst vanuit mijn dagelijkse ervaring, dat er in de brochure juiste praktische opmerkingen en informaties staan over euthanasie. Toch erger ik me aan de blijkbaar niet te stuiten mediatieke pletwals om euthanasie te promoten als de 'voie royale' naar een waardige dood, terwijl het in werkelijkheid slechts om een uitzondering gaat. Het mediatieke beukwerk heeft wel degelijk (toch tijdelijk) effect op het gedrag van de mensen. Dit stelde ik vast bijvoorbeeld naar aanleiding van Claus' dood - niet toevallig is zijn weduwe de laatste bekende vlaming die in de brochure aan het woord komt. Ja, de brochure heeft het over meer dan euthanasie, zelfs over palliatieve zorg, maar de hoofdtoon is duidelijk: euthanasie.
Ik heb soms bewondering voor de bekeringsijver van de 'euthanasiasten'. Wij, katholieken, kennen dat soort proselytisme niet meer.

woensdag 25 juni 2008

Twee bemoedigingsmomenten

Gisterenavond was het weer zover: bemoedigingsmoment voor families van dertig patiënten die tussen februari en mei van dit jaar op onze palliatieve dienst zijn overleden. Vier, vijf keer per jaar organiseren we dat, sinds meer dan tien jaar. Verpleger Eddy bracht nog eens een eigen verhaal: hoe een dode tak werd omgevormd tot een fluit waaruit 'leven makende' muziek voortkwam. Vrijwilligster Jo verhaalde voor de zoveelste keer het huzarenstukje om over elke overledene een fijnzinnig paragraafje te schrijven en voor te lezen. Een kleindochter van een overledene zong met een vriendin twee songs in a cappella, wat de stilte enkel verdiepte. 'Het is de stilte tussen de noten die van noten muziek maakt, net zoals het de spatie tussen woorden is die woorden tot (een) zin maakt', vulde ik aan in een meditatie over stilte. Het verbaast me telkens weer hoe het delen van verdriet toch bemoediging verwekt. Dat horen we toch in de reacties van de aanwezigen.

Deze avond terug een vergadering in het ziekenhuis: een informatieavond voor artsen naar aanleiding van het verschijnen van een deontologische code, wat nogal beroering had verwekt gezien dit zonder echte inspraak gebeurde wat betreft de concrete uitwerking. Het gesprek werd ingeleid door een 'externe expert in integriteitsmanagement'. In de uitwisseling werd niet alleen de onvrede geventileerd over het infantiliserend karakter van sommige concrete details, zoals het verbod om negatieve kritiek naar buiten te brengen. Wat mij vooral trof was dat langs vele monden en stiltes een diepe onvrede aan de oppervlakte kwam over de evolutie van het management van het ziekenhuis. De perceptie leeft dat 'de organisatie' (haar imago, haar integriteit etc) belangrijker wordt dan datgene wat zorgverleners individueel en als team nodig hebben om hun core-business - zorg voor patiënten - te kunnen vervullen. In zo'n context wordt een deontologische code niet ervaren als een hulpmiddel maar als een controle-instrument, en wordt ze tot bron van wantrouwen. Vroeger zwaaiden artsen de plak in een ziekenhuis, nu zijn het veeleer managers. Toch gaat het mij hier niet om een machtsstrijd. Ik kan alleen maar hopen dat deze bewogen avond ons terug mag voeren naar de basics. Maar wat daar ook moge van komen, het feit dat een gevoel dat sinds meer dan een jaar op mij weegt uitgesproken en gedeeld kon worden, ervaarde ik als heel troostend. Dat was een tweede, nu onverwacht 'bemoedigingsmoment' op twee dagen.

dinsdag 17 juni 2008

Zingen maakt gelukkig; dwingen maakt ongelukkig

Zingen maakt gelukkig. Dat is niet alleen een zin uit een psalm, en de titel van een liedboek, maar ook realiteit. Zo mocht ik het zondag nog eens ervaren met de UP-Cantorij van Leuven. In een grote, lichte ruimte zoals de Begijnhofkerk met voldoende mensen, in vier stemmen, goed begeleid en geleid, prachtige Oosterhuisliederen zingen tijdens een liturgie, dat maakt gelukkig. Dat verbindt. Dat is letterlijk en figuurlijk een verademing. Dat is geest en religie in een wereld die soms verstikkend werkt.

Dwingen maakt ongelukkig. Vandaag ontmoette ik de arts die recent door een rechter werd gedwongen om een medisch nutteloze kunstmatige beademing desgevallens uit te voeren bij een terminale kankerpatiënte indien een familielid dit zou eisen. In krantenartikels werd de arts met naam en toenaam genoemd en werd het strenge oordeel van de rechter ten aanzien van de 'menselijk onverantwoorde' houding van de arts flink onderstreept, evenals een vroegere zaak waarin de arts betrokken was - zonder te vermelden dat hij in die vroegere zaak volledig werd vrijgepleit. Maak het maar mee. Media kunnen een enorme dwang uitoefenen. Simpel machtsmisbruik.

Kom laat ons zingen. Zij het soms een klaaglied.

woensdag 11 juni 2008

Begrijpen, eerder dan begrepen worden

Deze avond hoorde ik op de televisie een flard van het fameuze gebed van Franciscus: 'Laat me meer zoeken om te begrijpen dan om begrepen te worden'. Merkwaardig, maar die zin kan een grote verademing en bevrijding betekenen wanneer je je onbegrepen voelt en je hoofd tolt van de zoektocht naar begrip en erkenning.

donderdag 5 juni 2008

Rituelen helen

'Straks is er de ziekenzalving', fluistert een patiënte mij gisteren toe. 'Om 18 uur'. Het klonk als iets belangrijks en iets feestelijks. 's Avonds - ik was het al vergeten - kwam ik eerder toevallig langs haar kamer. Haar neef, een witte pater, stond er in albe. Er waren heel wat familieleden. Het bed, waarin ik ze meestal aantref, was leeg. Ze zat in een zetel, niet in slaapkledij maar in 'gewone kledij'. 'Waar is de patiënt?' grapte ik, maar eigenlijk dit ook meer dan een grapje: dit ritueel gebeuren gaf haar toch een ander 'aanschijn'. En zo heeft haar neef haar gezalfd.

Een beetje verder vind ik een ongeneeslijke Afrikaanse oma. Ze spreekt enkel rwandees. Wij kunnen niet met haar praten als er geen tolkend familielid bij is. Ondanks haar eeuwige glimlach toch een beproeving voor haar en voor ons als team. Als ze me ziet lacht ze en grijpt mijn handen en armen vast en we omhelzen elkaar. Het is ondertussen een vast 'ritueel' geworden. Als je de taal helemaal niet kent, ben je echt overgeleverd aan het non-verbale, aan gebaren. Hoe vervelend ook, toch is het ook een weg om een andere taal te ontdekken. Gisteren was er een familielid dat kon tolken: 'Ze zegt dat zij geneest als de dokter haar vasthoudt (of is het omgekeerd?).' Rituelen helen.

woensdag 28 mei 2008

Norwegian Mood

Deze en volgende week zitten stampvol met negen voordrachten. En tussendoor drie dagen congres over research in palliatieve zorg in Trondheim, Noorwegen. Tussen-ervan-door dus. Norwegian mood. Daarvoor moet ik straks om kwart voor vijf opstaan. Daardoor lijkt mijn leven nog wat drukker dan anders, want deze weken moet er ook nog gezorgd worden voor patiënten. Eigen schuld, dikke bult zal men zeggen. Geen nood aan medelijden. Bovendien, hoeveel niet-religieuzen, werkende huismoeders bijvoorbeeld, hebben ook niet een bijzonder druk programma, zij het wat anders ingevuld dan het mijne? Het punt is hoe ik die drukte beleef.

Wat me hindert bij mezelf is dat ik dit nog teveel heb aangekondigd in de voorbije weken en dagen aan mijn directe omgeving - en nu dan nog via mijn blog... Langs de ene kant heb ik dat vermelden van het drukke programma nodig, als het ware om mijn aanloop te kunnen nemen om de 'negensprong' van deze weken goed te springen. Reculer pour mieux sauter. Anderzijds veroorzaakt die vermelding weer extra drukte en aandacht voor mijn persoontje. Mag het wat bescheidener? Ja, dat is zelfs goed voor mijn eigen rust. Waar haal ik dan mijn rust en energie? Als ik aandachtig ben voor wat zich tussen de bedrijven door aanbiedt merk ik de momenten waar ik als het ware in het oog van de storm mag verblijven: een rit in de auto, het moment dat ik de deelnemers aan een workshop aan het werk heb gezet en geniet van hun onderlinge discussies, de uitzonderlijke ervaring dat ik al rond zes uur in mijn Leuvens communiteit thuiskom omdat twee voordrachten 's namiddags in Leuven plaats hadden, de kennismaking met enkele klinische farmacologen, het mogen spreken voor dezelfde apothekers over medicatie en... over communicatie en spiritualiteit. En nu zelfs een tripje naar Trondheim. Nooit geweest. Norwegian Wood was een van de eerste Beatle-nummers met sitar. Klonk wat exotisch. Op naar de noorderse korte nachten. Norwegian Mood.

dinsdag 20 mei 2008

voorbereid, onvoorbereid

Omdat iedereen zich verwacht had aan monsterfiles, had ook ik mijn voorzorgen genomen om vandaag tijdig in Wemmel een workshop spiritualiteit te kunnen geven. Op de vooravond was ik gaan slapen in Brussel in een ander huis van de jezuïeten. Deze morgen dan vroeg op.... Groot was mijn verbazing, zeg maar ontnuchtering toen ik in Wemmel een brug over de Grote Ring overstak en merkte dat er helemaal geen file stond. Blijkbaar hadden vele duizenden hun voorzorgen genomen. Mijn voorbereidingen bleken nodeloos, of moet ik zeggen dat ons aller voorbereidingen tot een paradoxaal resultaat leidden?

Tegelijk gebeuren er dingen waar niemand op voorbereid is. De onverwachte dood van een jong mens. Stilte. Stilte als van een leeg huis waar je alleen binnentreedt. De stilte van respect voor wie hierdoor getroffen wordt. De stilte van geen woorden. De stilte van wachten op wie niet meer komt. De stilte na de schok, bang voor de naschokken. De stilte van niet kunnen meeleven met wie het meemaakt, maar toch willen meeleven. De stilte van dan maar proberen te bidden.

zaterdag 17 mei 2008

Medicijn zijn

Vandaag heb ik een workshop voorbereid voor een europees congres van klinische farmacologen - zeg maar apothekers die op de ziekenafdeling met artsen meewerken. Welke medicijnen gebruiken in de palliatieve fase van een kankerproces? Farmacologisch ben ik helemaal geen kei, maar toch is het fijn iets van vijftien jaar praktische wijsheid met morfine en andere lijdensverzachters te kunnen delen. Het leuke is bovendien dat de organisatie mij vroeg om op dat zelfde congres ook iets over communicatie met kankerpatiënten te vertellen. Het vogeltje zal zingen zoals het gebekt is en zal dit doen vanuit een spirituele invalshoek. Eigenlijk hebben we het dan over de persoon van de zorgverlener als medicijn.

Hoe onze persoon helend medicijn wordt, is natuurlijk het steeds voorlopige eindproduct van een gans levensproces met veel fasen, complicaties en aspecten. Wat me daarin met de jaren belangrijker lijkt te worden is dankbaarheid. Daar hadden we het deze avond over in een vriendengroep die sinds een pelgrimstocht in 1991 maandelijks bijeenkomt. Dankbaarheid is zoveel meer en zo anders dan etiquette en beleefdheid. Dankbaarheid is ondermeer een antidotum, een tegengif dat je bewust jezelf toedient op momenten van dreigende verbittering, van verzinken in een vicieuze cirkel van zwarte gedachten en verwijten. De economisering, juridisering en regularisering van ons leven, vooral van ons werkmilieu, is momenteel een belangrijke oorzaak van verzuring en verbittering. Dankbaar proberen te kijken naar wat je daarin niettemin ook gegeven wordt aan mogelijkheden is je zo'n tegengif toedienen. Het werkt niet altijd, maar soms heel goed. Een boeddhistisch monnik zou zeggen: het helpt 'de tijger in jezelf te temmen'.

Je kan overigens ook proberen 'preventief' - als het goed gaat - dankbaar te zijn. Al gevaccineerd?

donderdag 15 mei 2008

Justine, c'est fini

Op 14 mei heeft ze medegedeeld dat ze afscheid neemt van het professioneel tennis. Ik heb er mij altijd over verwonderd dat ik mij zo kan identificeren met een sportpersoonlijkheid. Hoe is het mogelijk dat ik mij wat ‘dépri’ kon voelen op dagen dat Justine Henin een belangrijke match verloor? Belachelijk lijkt het wel, als je denkt aan de echte ellende die in de wereld bestaat maar die me niet noodzakelijk zo dépri maakt. Wat zegt het over mij dat ik betekenis hecht aan haar sportverhaal? Justine, wie zegt gij dat ik ben?

En ik ben blijkbaar niet alleen. Hoevelen maakt Tommeke Boonen niet blij als hij nog eens Parijs-Roubaix wint? En wanneer was Luik nog eens een zo vurig stede als toen Standard kampioen werd? En hoevelen zullen zich nu toch dankbaar weten voor de carrière van Justine Henin: de emoties, de thrillers, de fenomenale backhands, la petite belge die de grote Amerikanen versloeg, geen agressief gekreun maar stijlvolle wilskracht?

Het stoppen zou iets te maken hebben met het worstelen met haar identiteit. La reine de la terre battue, battue par elle-même? Tennismachine? Dochter van een te vroeg gestorven moeder? Verloren en teruggevonden dochter van haar vader? Gescheiden vrouw? Op zoek naar zichzelf, naar het essentiële, naar de liefde?

Op diezelfde woensdag bereidden we met een groep zomerse bezinningsdagen voor families voor. En jawel, het thema draait deze keer rond identiteit. Wie ben ik werkelijk? Die identiteit vinden we in relatie met de ander, en daar hebben we toch enige keuzevrijheid in. Welke voorbeelden, spiegelbeelden kiezen we ons, naast Justine natuurlijk? Die ander dat kan bijvoorbeeld een bijbels figuur zijn die ons aanspreekt, of tegenspreekt. Keuze zat! ‘Wie zegt gij dat Ik ben?’ vraagt Jezus aan Petrus. Uit de betekenis(sen) die ik geef aan Christus put ik mijn identiteit; in datgene waarin Hij mij aanspreekt herken ik mijn dieper verlangen. Zo vind ik het heel inspirerend dat Hij iemand is die enerzijds erg actief is en anderzijds steeds weer probeert zich terug te trekken om zichzelf en zijn Abba te vinden.
Die evangelische beelden bekijk en herbekijk ik graag,innerlijk. Maar toegegeven, wat hebben we ook genoten van het tennistieke genie van Justine. Merci. ‘Allez’!

dinsdag 13 mei 2008

Het evangelie volgens mij

Het idee om een blog te starten kwam er in het zog van de publicatie van een boek waarin ik een aantal overwegingen ofte homilies heb verzameld die ik in de loop van de jaren heb gemaakt. Daarin heb ik steeds geprobeerd de brug te maken tussen actuele levenservaringen en het 'verre' verhaal van de evangelies. Uit die pendelbeweging ontstond 'Het evangelie volgens mij'. Meer hierover op de website van Lannoo: http://www.lannoo.be/content/lannoo/wbnl/listview/1/index.jsp?auteurcode=620
Maar misschien zijn boeken en lange homilies wat uit de tijd, en moet het meer komen van korte gedachten en pendelbewegingetjes via een blog.

Deze avond sprak ik nogmaals over euthanasie voor een parochiegemeenschap en iemand vroeg me of er een verschil is tussen gelovigen en niet-gelovigen. Ik heb in elk geval al gelovigen ontmoet die euthanasie laten uitvoeren. Maar misschien is de eerste vraag niet of gelovigen al dan niet euthanasie laten doen, net zoals ik ook niet vind dat de eerste vraag naar de artsen wat betreft euthanasie is: voer jij euthanasie uit of niet? Wat de artsen betreft lijkt me de eerste vraag: neem jij het lijden van mensen ernstig? Misschien dat voor een gelovige die denkt aan euthanasie omdat hij of zij erg lijdt - of beter: voordat hij of zij ernstig lijdt - een belangrijke vraag kan zijn: wat betekent het voor mij dat er in onze maatschappij andere mensen zijn die ernstig lijden maar niet eens over de capaciteit beschikken om euthanasie te vragen, zoals personen met een aangeboren mentale handicap? Ik tik het met enige schroom. Gewoon een uitnodiging om te proberen te denken vanuit verbondenheid met de arme. Ik heb ergens de intuïtie, maar ook niet meer dan dat, dat daarin kracht ontdekt kan worden. Die intuïtie lijkt me overigens te schuilen in de zaligsprekingen van de Bergrede. Het lijkt natuurlijk wel redelijk hoog, bergrede-lijk hoog, gegrepen.

maandag 12 mei 2008

Een nieuw begin

Pinksteren is dat moment waarop mensen na een rouwproces terug in beweging komen. Er komt beweging in de tong: ze spreken terug nadat ze met stomheid geslagen waren. Er komt beweging in de gelaatsspieren: ze beginnen weer te glimlachen. Het is de beweging waarin iemand zich van binnenuit, juist vanuit het rouwproces, gedreven voelt om ‘er’ iets aan te doen, van binnenuit, vrijwillig – zoals veel vrijwilligers op onze palliatieve dienst. In een andere taal noemt men dat: zich gezonden voelen. Kan heel gezond zijn.

Toch zijn het ook reële stemmen, van buitenuit, die ons kunnen aanzetten in beweging te komen. Anderen hebben mij bijvoorbeeld ertoe aangezet via deze blog regelmatig een gedachte de wereld in te sturen. Hopelijk een soms aanstekelijke, ‘desmettelijke’ gedachte. Gehoor geven een voorstel van anderen noemt men gehoor-zaamheid in een andere taal.

Pinksteren, moment van een nieuwe beweging, is dus een goed moment om deze blog te starten. Iets de-blokkeert, de-bloggeert.