dinsdag 30 september 2008

Ik weet het niet, maar ik geloof dat...

Zondag laatstleden was het Brondag voor de ignatiaanse familie. Er werd onder andere iets behartenswaardigs verteld over de nieuwe generaal van de jezuïeten (en van de ignatiaanse familie dus). Adolfo Nicolàs verbleef meer dan veertig jaren in het Verre Oosten. Wat hem treft in de oosterse spiritualiteit is een bepaalde nederigheid met betrekking tot onze kennis van de essenties van het leven, zoals God. Oosterlingen zijn niet vlug geneigd tot dogmatische formuleringen. Dat was me uit het hart gegrepen. Een bepaalde vorm van 'agnosticisme (daarmee bedoel ik: 'ik weet het niet, maar ik geloof dat...') lijkt me vruchtbaar. Dat geldt voor mij met name voor het spreken over God en over wat goed is en wat kwaad. Mensen die heel precies weten wie God is en wat Hij wil, blinken niet altijd uit in menselijkheid. Zo zij het niet.

zondag 14 september 2008

Partir, c'est mourir un peu

Deze morgen is Jose Luis, een spaanse jezuïet en huisgenoot, na twee jaar studie in Leuven teruggekeerd naar Sevilla. Hij heeft het hier naar eigen zeggen zeer naar zijn zin gehad. Partir, c'est mourir un peu, maar op een bepaalde manier verlaat je elkaar nooit helemaal als je bij 'de Compagnie' - zoals de jezuïeten zichzelf vaak noemen. Dat is een mooi aspect van het jezuïetenleven: dat je zowat overal in de wereld terecht kunt bij mensen die in dezelfde spiritualiteit zijn gevormd. De wereld is ons huis. Maar dat betekent niet dat we ons niet hechten aan plaatsen...

Deze namiddag ben ik na het geven van een lezing in 'de heerlijckheit' te Geetbets - of all places, maar wat een mooie locatie - teruggekeerd naar de plaats waar ik meer dan 14 jaar heb gewoond: Godsheide. Het huis wordt omgevormd tot een orthopedagogisch centrum (kinderen met opvoedingsproblemen), en stelde zijn deuren open, mede in het kader van de Open Monumentendag. Ik vond het belangrijk voor de nieuwe bewoners om mijn interesse en steun te tonen voor een erg zinvol project, maar ik vond het ook belangrijk voor mezelf want het afscheid van dit huis heeft me moeite gekost, vooral omwille van de vele, toegegeven meestal niet piepjonge mensen die hier hun religieuze identiteit vonden en die niet zomaar een nieuwe spirituele heimat vinden. Van buiten is er weinig veranderd aan het huis, maar vanbinnen zijn vooral de voordien ruime gangen en tussenruimtes 'gecompartimenteerd' in functie van verschillende leefgroepen, en dat maakt het gebouw wat 'kortademiger'. De orthopedagogische groep beseft dat wel, maar moet een tussenweg zoeken tussen respect voor architectuur en de noodzaak om apparte leef-ruimtes te creëren. En ik ontmoette heel even Tim die nu in een van de vroegere paterkamers woont. Hij maakte een heel tevreden indruk. Kansen geven aan jonge mensen die een moeilijke levensstart kennen, dat is toch wel een stuk verrijzenis na de dood van 'ons' bezinningscentrum.