HOMILIE BIJ DE EMMAUS-GANGERS (Lucas 24,13-35)
Zaterdag en zondag
29-30 april 2017: Derde paaszondag van het A-jaar
Ik zit al 25
jaar in een groepje dat ontstond naar aanleiding van een pelgrimstocht in de
sporen van Ignatius van Loyola.. en Jezus. Op een dag kregen we een symbool mee
dat ik nog steeds in huis heb: een grote
‘ressort’….. als symbool voor veerkracht. Ik heb hem meegebracht, soms is
zoiets het enige wat men onthoudt van een homilie.
Veerkracht. “Man sieht nur was man weiss”, “Je herkent
maar wat je kent”. Je kent dat wel: eens je aandacht op iets getrokken is,
begin je het plots hier en daar en misschien overal te herkennen: “Kijk, daar
heb je het..” Ik heb dat met het begrip ‘resilience’ of ‘veerkracht’. En kijk,
vorig weekend had je het in DS Magazine: Vallen,
opstaan en weer doorgaan… Het ging er over resilience of soms het gebrek
aan resilience. Hoe komt het immers dat ik zo teleurgesteld kan zijn, dat de
zon dagen minder schijnt door onnozele details zoals het puntenverlies van mijn
favoriete voetbalploeg – toch maar het belangrijkste detail in de wereld – en
dat terwijl er Syrië is, terwijl geliefden sterven? Belachelijk. First world problems. Een beetje veerkracht graag.
Is resilience niet een manier om
verrijzenis in het dagelijks leven te hertalen?
Resilience is een begrip dat
ondermeer ontstond vanuit de observatie dat veel zwaar getraumatiseerde
kinderen het toch stukken beter doen in hun verder leven dan men zou verwachten
(Stefan …). Waren die Emmaüsgangers ook niet zwaar getraumatiseerd door het
lijden en de dood van JC? Toonden zij niet op een of andere manier een enorme
veerkracht? Vanwaar kwam en komt die? Is dat niet een constante aanwezigheid
van de kracht van de Verrezen?
Ik lees het
als een oproep tot geloof in de veerkracht
van de Mens. En vooral tot verwondering over de Bron daarvan. En dat in een
tijd waarin veel meer dan vroeger de termen ‘ondraaglijk lijden’ en ‘slachtoffer’
worden gebruikt: op zichzelf goede gevoeligheden, maar ze verduistert soms die
enorme kracht die in de mens schuilt…
Laat me dus
de Emmaüsgangers herlezen vanuit veerkracht en vanuit tips om veerkracht te
cultiveren en te oefenen volgens DS Magazine, weliswaar niet het Parochieblad maar
onbedoeld soms toch stichtend. Op het gevaar af aan pep talk te doen. Maar de bedoeling is om te zien hoe het verhaal
over de Verrezene mij die ‘tips’ geeft. Twee taalspelen die mooi kunnen
samenspelen.
1. Ontwikkel veerkracht door te leren loslaten, 'door bijvoorbeeld te kamperen in plaats
van op hotel te gaan'. (DS)
Dat doen de
Emmaüsgangers in eerste instantie door weg te gaan van Jeruzalem, de stad van
het lijden maar ook van het gekende, en naar Emmaüs, waarvan we nooit geweten
hebben waar het lag - het onbekende dus - te gaan. De tweede Emmaüsganger is trouwens zoals
gezegd, onbekend – de derde wordt door de twee zelfs een ‘vreemdeling’ genoemd.
Veerkracht
verschijnt hier wat als vier-kracht: zaken laten vieren,
loslaten.
2. Verander je kijk op de zaak want ‘Er zijn altijd twee manieren om ergens naar te kijken.
De negatieve, waarbij je er zelf uit
komt als
een weerloos slachtoffer, of de positieve, waarbij je beslist om het te
zien als een manier om te groeien. De oplossing ligt vaak niet in het
oplossen – van het onoplosbare - maar in iets nieuws beginnen. Je na de dood
van een geliefde inzetten als vrijwilliger op PZ, bijvoorbeeld.’ (DS)
Verander je
kijk… Het valt dan op dat het in het Emmaüsverhaal veel gaat over kijken en
zien of eigenlijk niet zien –ten gevolge van verdriet, kwaadheid,
teleurstelling - en dan hoe dan ook terug
zien: ‘Hun ogen werden verhinderd – (nieuwe vertaling) ‘hun blik
werd vertroebeld’ - Hem te
herkennen’. De Emmaüisgangers
verhalen dat de vrouwen het graf leeg hadden bevonden maar Hem zagen ze niet. ‘Hij nam brood, sprak de
zegen uit….Nu gingen hun ogen open en zij herkenden Hem, maar
Hij verdween uit hun gezicht.
De Emmaüsgangers
uiten hun angst en verwarring als volgt: ‘En
wij leefden in de hoop dat Hij degene zou zijn die Israël ging verlossen! … Wel
hebben een paar vrouwen uit ons midden ons in de war gebracht…’
Wij,
kerkgangers, kunnen onze angsten herbenoemen
door ze anders te kaderen namelijk in de geschiedenis van het Volk Gods. De
Verrezene doet dat – nadat hij hen vol begrip vervoegd heeft in hun verleden
tijd - niet met zachte hand, maar met enige directiviteit, beroep
doende op hun veer-kracht: “O onverstandigen die zo traag van hart (nieuwe vertaling:
traag van begrip) zijt in het geloof aan alles wat de profeten gezegd
hebben ! Beginnend met Mozes verklaarde Hij hun uit al de profeten wat in al de Schriften op Hem betrekking
had….’
Nadien
benoemen de Emmaüsgangers hun ervaring als: ‘Brandde
ons hart niet in ons, zoals Hij onderweg met ons sprak en ons de Schriften
ontsloot?’ Dat illustreert wat we
daarnet zegden: ‘Wat je voelt als je stress hebt of angstig bent…. Speel dat
uit door jezelf te zien als vol adrenaline – ‘brandend hart’ - ipv als angstig.’
Je kijk
veranderen, je angsten herbenoemen: veerkracht verschijnt hier telkens als inno-veerkracht.
De
Emmaüsgangers ondernemen actie: ze gaan weg van Jeruzalem, ze laten de vreemdeling toe… ze nodigen Hem
uit om mee te eten en te blijven… ‘Ze stonden onmiddellijk op en keerden naar
Jeruzalem terug.’
Veerkracht
is ook rechtveer-kracht.
'Even
een stap terugzetten helpt daarbij ook..' (DS) ‘reculer pour mieux sauter / sauver…’ Leer met andere woorden uit je
verleden: ‘Ga voor
jezelf na hoe je in het verleden met moeilijke situaties bent omgegaan en wat
die ervaringen je hebben geleerd. De kans is niet onbestaande dat een blik op
het verleden je voorziet van strategieën
voor de toekomst.’ (DS)
Ik verbind
dit met: ‘Zij vertelden hoe Hij door hen herkend werd aan het breken van het
brood.’ Eucharistie benoemen als strategie lijkt ‘erover’, maar het kleine
gebaar van de eucharistie kan wel degelijk de kleine, doenbare stap zijn om je veerkracht terug aan
te boren. Het was het gebaar dat Jezus stelde in een totaal verloren situatie.
Die eucharistie en de gemeenschap is de brug naar de laatste suggestie:
4. Maak verbinding:
‘Beseffen dat je vrienden en familieleden
hebt die er voor je zijn, maakt je veerkrachtiger. Een ander helpen die het
nog moeilijker heeft, kan je veerkracht een boost geven. Erop toezien dat de
anderen in de boot zich goed voelen, ook dat is belangrijk voor je eigen
veerkracht.’ (DS)
Het aspect
van v eerkracht dat hier aan bod komt noem ik de relativeerkracht: de
veerkracht die kan schuilen in het relativeren, ttz ons lijden in relatie met
dat van anderen brengen: relati-veerkracht.
Simpel, maar niet gemakkelijk. ‘Blijf bij ons, want het wordt al avond en de
dag loopt ten einde…’‘Ze stonden onmiddellijk op en keerden naar Jeruzalem terug….
Daar vonden ze de elf met de mensen van hun groep bijeen.’ Daar treffen ze de
anderen die gelijkaardige verhalen met hen delen.
Slot:
Veerkracht
als vierkracht, inno-veerkracht, rechtveerkracht, relativeerkracht: en nog
veel andere zonder twijfel (bijvoorbeeld de veer schokdemper...): die aspecten van veerkracht zijn geen normen, geen
musts, geen losse tips, maar eerder uitingen van een Veerkracht die in de Mens
schuilt en die in de verhalen over de Verrezene verschijnen, en die – vooral –
in ons eigen levensverhaal kunnen verschijnen. En wij kunnen ons daarvoor
openstellen, ons daarin oefenen. Dat geloven wij.
Misschien
moet u maar ergens zo’n (spring)veer, zo’n ‘ressort’ opduiken en niet ver van de
Gekruisigde een plaats geven.