zondag 4 november 2012

Het vreemde boek Apokalyps: beeld van onze cultuur?


Schriftcommentaar bij Allerheiligen en Allerzielen

Op 4 november 2012 gaf ik op vraag van de gemeenschap De Brug in Lier een Schriftcommentaar bij een stukje van het laatste boek van het Nieuw Testament. Ik vertrok van een algemene beschouwing bij de ‘triptiek’ Halloween - Allerheiligen – Allerzielen.

Uit het boek Apokalyps: hoofdstuk 2 verzen,1 tot 7

[1] Toen zag ik een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; de eerste hemel en de eerste aarde waren verdwenen en de zee bestond niet meer. [2] Ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, vanuit God uit de hemel neerdalen, gereed als een bruid die zich voor haar man heeft getooid.

[3] Toen hoorde ik een luide stem, die vanaf de troon riep: ‘Dit is de tent van God bij de mensen! Hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volk zijn, en Hij, God-met-hen, zal hun God zijn. [4] Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen, en de dood zal niet meer bestaan; geen rouw, geen geween, geen smart zal er zijn, want al het oude is voorbij.’

[5] En Hij die op de troon zetelt, zei: ‘Zie, Ik maak alles nieuw.’ Ik hoorde zeggen: ‘Schrijf deze woorden op, ze zijn betrouwbaar en waar.’ [6] Toen zei Hij tegen mij: ‘Ze zijn vervuld! Ik ben de alfa en de omega, de oorsprong en het einde. Wie dorst heeft zal Ik voor niets te drinken geven uit de bron van het water dat leven geeft. [7] Wie overwint zal dit allemaal krijgen, en Ik zal zijn God zijn en hij mijn zoon.

Halloween, Allerheiligen, Allerzielen: drie manieren van omgaan met de dood

Allerheiligen en Allerzielen vormen als het ware een kerkelijke tweeëiige tweeling; de laatste jaren heeft hun niet kerkelijk broertje Halloween uit Noord-Amerika de Plas overgestoken. Halloween, Allerheiligen, Allerzielen: het is een soort drievuldige benadering van de dood, midden in het seizoen van het afsterven, de herfst. Drie manieren om met de dood om te gaan, om ermee te kunnen leven. Drie kinderen van het gezin ‘vanderdood’ die elk hun eigenheid hebben, die elk hun eigen weg gaan, de een niet kerkelijk de andere twee wel.
Halloween gaat er lachend mee om. Laten we er een grap van maken, iets karnavalesks, de dood bezweren met ironie, ja bijna cynisme. Laat ons een feestje bouwen, een party (een foute party zoals op ons palliatief-teambuildingsweekend!) waarop we ons als freaks verkleden. We amuseren ons als het ware dood (ja, soms helaas letterlijk zoals in Madrid). (Het is een manier van omgaan met de dood die past bij deze tijd, en waarop de kerkelijke tweeling misschien wel heimelijk wat jaloers is, want ze zijn zo ernstig.)
Allerheiligen gaat om met lijden en dood vanuit het perspectief van de zaligsprekingen, dat is dan ook de evangelielezing op die dag. Allerheiligen is  niet zozeer het feest van alle officiële heiligen zij het nog een Damiaan, maar veeleer van alle mensen als potentieel heilig en soms ook in stilte effectief heilig, als in staat om de ramp-zaligheid te beleven. Zalig de rampzaligen, de treurenden, de zachtmoedigen, de vervolgden om de gerechtigheid…
En dan is er zusje Allerzielen: na de ironie van Halloween en de zaligspreking van Allerheiligen, de herdenking van Allerzielen. Herdenking als bemoediging.

Dat is me vertrouwd. Op de palliatieve dienst waar ik werk organiseren wij vijf keer per jaar een bemoedigingsmoment. Dan worden families van bij ons overleden patiënten uitgenodigd om samen met een aantal mensen van ons team hun dierbaren te gedenken. Het gaat telkens om een 25-tal overledenen van de voorbije maanden. Er komen tot honderd personen naartoe. Wat doen we? Heel eenvoudige dingen. Over elke overledene wordt door iemand van het team een korte, bemoedigende tekst geschreven over hoe we de persoon in de tijd dat hij of zij bij ons was hebben ervaren. Telkens wordt bij het lezen van de tekst ook een kaarsje aangestoken, en volgt een korte stilte. Er wordt muziek gedraaid of gespeeld; iemand vertelt een zelf geschreven echt of fictief verhaal ; er wordt aan elke familie een roos uitgedeeld met daaraan gehecht de tekst over de overledene; de dokter mag, naar goede gewoonte, het laatste woordje voeren. En nadien is er koffie en taart, en ontmoeting. We doen het al bijna vijftien jaar. Het valt ons op hoe bemoedigend dit eenvoudig ritueel werkt. Ik vraag me altijd af: wie bemoedigt hier wie? Zijn wij, de zorgverleners, degenen die de familieleden bemoedigen of bemoedigen zij ons? Of is het de overledene die ons op een heel andere wijze vanuit zijn of haar verte bemoedigt? Het is merkwaardig dat je door iets samen te delen, ook al is dat een triestig gegeven, toch bemoediging kunt ondervinden. ‘Ik wist niet dat we met zovelen waren die in die periode iemand verloren hebben’, horen we dan vaak zeggen.

Samen de overledenen herdenken, dat is toch Allerzielen. Vanuit het bemoedigingsmoment van onze kleine dienst, zie ik Allerzielen - op het eerste zicht een ‘aller-zieligst’ gebeuren - als een groot bemoedigingsmoment van de bredere gemeenschap.

 Een actualiserende lezing van Apokalyps 21: een schrikbarende, een symbolisch-cryptische en een bemoedigende tekst

Bemoediging, dat is ook wat Apokalyps 21, de eerste lezing van Allerzielen, beoogt. Met name voor christenen in bange dagen, vervolgd in klein-Azië. Bemoedigend klinkt het stukje, dat net voor het slot van het boek Openbaring komt: ‘Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde’. Maar zoals we allicht weten staat Apokalyps in wat voorafgaat vol met schrikbarende beelden die bovendien erg symbolisch-cryptisch overkomen. Er wordt in code-taal over Christus gesproken. Ik ben helaas niet vertrouwd met de exegetische finesses van Apokalyps. Veeleer wil ik dan ook weergeven wat de drie kenmerken van de tekst - schrikbarend, cryptisch, bemoedigend - oproepen als ik die op de tekst van ons leven nu leg.

(1)   Een schrik-barende tekst: schrikbarende beelden

Schrik-barend is de Apokalypstekst soms: zo is er bijvoorbeeld de draak die het pasgeboren kind van de Maagd bedreigt. En zo zijn bepaalde beelden van de dood in onze maatschappij. Een gemedicaliseerde dood: de helft van alle overlijdens gaat tegenwoordig gepaard met een medische beslissing! Dood in het ziekenhuis, burcht van technologische ‘bewapening’ tegen de vijand ‘dood’ waar de zieke niet zelden sterft in een geur van therapeutische hardnekkigheid, en niet van heiligheid of waardigheid. Anderzijds zien we beelden van lijden en sterven in onderbemande en -bevrouwde rusthuizen, van dementerenden, beelden die mensen niet geruststellen, ook al worden de goede beelden al te weinig getoond. Bij jongere mensen beelden van ongelukken door de dodelijke cocktail van snelheid en alcohol of van zelfdoding en gezinsdrama’s. Beelden in documentaires en films over geassisteerde zelfdoding ofte euthanasie die je wel eens doen vragen: “Waar gaat dat…‘eindigen’?” De beelden van onze tijd zijn dus ook schrikbarend, zoals in het boek Apokalyps.

(2)   Een symbolisch-cryptische tekst: code-taal

Apokalyps is niet alleen schrik-barend, de tekst staat ook bol van hermetische visioenen en symbolen (‘het zevende zegel’). Onze tijd staat in zekere zin ook bol van visioenen en symbolen – is er ooit een tijd geweest met meer van dat, gezien alles wat bijvoorbeeld gebeurt op vlak van films en media… En hoe vreemd het ook lijkt, je kan, zoals in de tijd dat Apokalyps werd geschreven, publiek nauwelijks over Christus spreken, maar toch kan je bepaalde fenomenen, symbolen en visioenen lezen, ‘de-coderen’ met een eigenzinnige religieuze-christelijke bril en daar inzicht, bemoediging en troost uit putten.
Ik denk ondermeer toch dat in de palliatieve zorgbeweging en in de vernieuwde aandacht voor rouw meer ruimte is voor het ‘visioen’ en de beleving van de zaligsprekingen, ook al wordt in palliatieve zorg zelden of nooit Jezus Christus vernoemd.

Ook helpt het om fenomenen vanuit de diepe behoefte van de mens aan rituelen en religie – ver-binding – te bekijken. De mens is een ‘dier’ dat symbolen en rituele nodig heeft.  Er zijn ‘rituelen’ waar je ze niet verwacht: medische technologie bijvoorbeeld heeft een rituele betekenis. Een aantal chemotherapieën, veel infuzen en sondes, kunstmatige voedingen en stamcellen hebben (ook) een diep symbolische betekenis, want die ‘levenslijnen’ kanaliseren letterlijk onze angst voor eindigheid en lijden. Het helpt me om milder te kijken naar het fenomeen van therapeutische hardnekkigheid en technologische inzet.

Zelfs euthanasie kan je, merkwaardig genoeg, beschouwen als een postmodern ritueel in een tijd dat klassieke rituelen minder aanspreken. Het klinkt misschien pervers, maar zoals bij een ziekenzalving spreek je af: op die dag, op dat uur, met die mensen, door die persoon zal het gebeuren. Rituelen dienen om onze diepe emoties en angsten te kanaliseren en controleren, en om gemeenschap te creëren. Voor sommigen gebeurt dat in onze cultuur zelfs via het ritueel euthanasie. Het helpt me bevreemdende fenomenen te de-coderen, begrip te voelen.

(3)   Een bemoedigende tekst:

De Apokalypstekst klinkt tenslotte niet alleen schrikbarend en symbolisch-cryptisch maar soms ook expliciet bemoedigend.  De tekst spreekt van ‘God-met-ons’, ‘Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde’, van: ‘Zie, ik maak alles nieuw’, van ‘En de dood zal niet meer zijn’.
God-met-ons, dat is voor mij palliatieve zorg. Maar dat is misschien ook wat ik lees in bepaalde films. God is opgedoken waar je hem nooit had verwacht: in Nazaret en Betlehem, in een stal. Dat verhaal van Jozef, Maria en het kind Jezus, God-met-ons zie je opduiken waar je ’t niet verwacht: bijvoorbeeld in ‘The Broken circle… breakdown’. Misschien zag u de film.
Hard, theatraal-overdreven die film, en toch hangt er een zweem van positiviteit, met veel geluid en instrumenten die nooit ver weg zijn, zoals in de Apokalyps. Je ziet een soort postmoderne Jozef en Maria – een koppel waar letterlijk en figuurlijk muziek in zit, en allerlei standjes, wonend aan de rand van de maatschappij. Ze krijgen een onverwacht, zelfs ongewenst maar liefdevol bejegend dochtertje dat uiteindelijk een vreselijke dood sterft aan een leukemie – waar we ook de grote medisch-technologische ‘rituelen’ zien. De mama ligt als een piëta in bed met haar dode dochtertje  – hart dat doorboord wordt zoals voorspeld door Simeon aan Maria. Het rouwproces trekt de beide ouders uiteen - hoe komt het overigens dat we in het evangelie nooit meer iets horen van Jozef? Het lijden lijkt in de film de liefde te ‘breken’ (The broken circle…breakdown), doordat men elkaar beschuldigt, wat de moeder zelfs tot suïcide drijft.
Is alles kommer en kwel? De film eindigt toch op een positieve-optimistische noot (letterlijk dan) wanneer de vader met zijn muzikale maten onder tranen vrolijke blue grass muziek speelt wanneer het beademingsapparaat van de jonge moeder wiens hersenen door de suïcidepoging al te zeer beschadigd zijn, wordt stilgezet. De film is doorspekt met de nu zo populaire tattoos op het lichaam van de vrouw: ook ‘schrikbarende’ beelden met op het einde toch een ‘blijde boodschap’ zelfs midden de suïcide: ‘Maria’ heeft de nieuwe namen voor haarzelf en haar man op haar lichaam getatoeëerd: Monroe & Alabama: het doet me denken aan Apokalyps: ‘Ik zal hem een wit steentje geven en op dat steentje staat een nieuwe naam geschreven, die niemand kent’, een ‘nieuwe hemel en de nieuwe aarde’ ‘zie ik maak alles nieuw’… Uitdrukkingen van de onverwoestbare neiging tot geloof, hoop en liefde in de mens, over de grens van de dood heen. Het ‘kleine meisje hoop’ tussen de grote zussen geloof en liefde (zoals Charles Péguy het uitdrukt), letterlijk en figuurlijk in deze film.
En als u het een beetje overdreven vindt om die film met het evangelie te verbinden: lees dan het evangelie van Allerzielen waarin Jezus stervend als een foute mens op het kruis een luide kreet geeft… en de Geest. En ‘Toen scheurde het voorhangsel van de tempel van boven tot onder in tweeën’: dwz God ontsnapt als het ware uit het heiligdom van de tempel, uit het instituut, voorgoed. God is van iedereen, ook van deze ‘goddeloze’ wereld en daar is Hij/Zij met ons voor wie het waagt te lezen en te decoderen. En dat is fundamenteel bemoedigend.