Schriftcommentaar bij Allerheiligen en Allerzielen
Op 4 november 2012 gaf ik op
vraag van de gemeenschap De Brug in Lier een Schriftcommentaar bij een stukje
van het laatste boek van het Nieuw Testament. Ik vertrok van een algemene beschouwing
bij de ‘triptiek’ Halloween - Allerheiligen – Allerzielen.
Uit
het boek Apokalyps: hoofdstuk 2 verzen,1 tot 7
[1]
Toen zag ik een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; de eerste hemel en de eerste
aarde waren verdwenen en de zee bestond niet meer. [2] Ik zag de heilige stad, het nieuwe
Jeruzalem, vanuit God uit de hemel neerdalen, gereed als een bruid die zich
voor haar man heeft getooid.
[3]
Toen hoorde ik een luide stem, die vanaf de troon riep: ‘Dit is de tent van God
bij de mensen! Hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volk zijn, en Hij, God-met-hen,
zal hun God zijn. [4]
Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen, en de dood zal niet meer bestaan; geen
rouw, geen geween, geen smart zal er zijn, want al het oude is voorbij.’
[5] En Hij die op de troon zetelt, zei: ‘Zie,
Ik maak alles nieuw.’ Ik hoorde zeggen: ‘Schrijf deze woorden op, ze zijn
betrouwbaar en waar.’ [6]
Toen zei Hij tegen mij: ‘Ze zijn vervuld! Ik ben de alfa en de omega, de
oorsprong en het einde. Wie dorst heeft zal Ik voor niets te drinken geven uit
de bron van het water dat leven geeft. [7]
Wie overwint zal dit allemaal krijgen, en Ik zal zijn God zijn en hij mijn zoon.
Halloween, Allerheiligen, Allerzielen: drie manieren van omgaan met de dood
Allerheiligen en Allerzielen
vormen als het ware een kerkelijke tweeëiige tweeling; de laatste jaren heeft
hun niet kerkelijk broertje Halloween uit Noord-Amerika de Plas overgestoken. Halloween,
Allerheiligen, Allerzielen: het is een soort drievuldige benadering van de
dood, midden in het seizoen van het afsterven, de herfst. Drie manieren om met
de dood om te gaan, om ermee te kunnen leven. Drie kinderen van het gezin
‘vanderdood’ die elk hun eigenheid hebben, die elk hun eigen weg gaan, de een
niet kerkelijk de andere twee wel.
Halloween
gaat er lachend mee om. Laten we er een grap van maken, iets karnavalesks, de
dood bezweren met ironie, ja bijna cynisme. Laat ons een feestje bouwen, een
party (een foute party zoals op ons palliatief-teambuildingsweekend!) waarop we
ons als freaks verkleden. We amuseren ons als het ware dood (ja, soms helaas
letterlijk zoals in Madrid). (Het is een manier van omgaan met de dood die past
bij deze tijd, en waarop de kerkelijke tweeling misschien wel heimelijk wat
jaloers is, want ze zijn zo ernstig.)Allerheiligen gaat om met lijden en dood vanuit het perspectief van de zaligsprekingen, dat is dan ook de evangelielezing op die dag. Allerheiligen is niet zozeer het feest van alle officiële heiligen zij het nog een Damiaan, maar veeleer van alle mensen als potentieel heilig en soms ook in stilte effectief heilig, als in staat om de ramp-zaligheid te beleven. Zalig de rampzaligen, de treurenden, de zachtmoedigen, de vervolgden om de gerechtigheid…
En dan is er zusje Allerzielen: na de ironie van Halloween en de zaligspreking van Allerheiligen, de herdenking van Allerzielen. Herdenking als bemoediging.
Dat is me vertrouwd. Op de palliatieve dienst waar ik werk organiseren wij vijf keer per jaar een bemoedigingsmoment. Dan worden families van bij ons overleden patiënten uitgenodigd om samen met een aantal mensen van ons team hun dierbaren te gedenken. Het gaat telkens om een 25-tal overledenen van de voorbije maanden. Er komen tot honderd personen naartoe. Wat doen we? Heel eenvoudige dingen. Over elke overledene wordt door iemand van het team een korte, bemoedigende tekst geschreven over hoe we de persoon in de tijd dat hij of zij bij ons was hebben ervaren. Telkens wordt bij het lezen van de tekst ook een kaarsje aangestoken, en volgt een korte stilte. Er wordt muziek gedraaid of gespeeld; iemand vertelt een zelf geschreven echt of fictief verhaal ; er wordt aan elke familie een roos uitgedeeld met daaraan gehecht de tekst over de overledene; de dokter mag, naar goede gewoonte, het laatste woordje voeren. En nadien is er koffie en taart, en ontmoeting. We doen het al bijna vijftien jaar. Het valt ons op hoe bemoedigend dit eenvoudig ritueel werkt. Ik vraag me altijd af: wie bemoedigt hier wie? Zijn wij, de zorgverleners, degenen die de familieleden bemoedigen of bemoedigen zij ons? Of is het de overledene die ons op een heel andere wijze vanuit zijn of haar verte bemoedigt? Het is merkwaardig dat je door iets samen te delen, ook al is dat een triestig gegeven, toch bemoediging kunt ondervinden. ‘Ik wist niet dat we met zovelen waren die in die periode iemand verloren hebben’, horen we dan vaak zeggen.
Samen de overledenen
herdenken, dat is toch Allerzielen. Vanuit het bemoedigingsmoment van onze
kleine dienst, zie ik Allerzielen - op het eerste zicht
een ‘aller-zieligst’ gebeuren - als een groot bemoedigingsmoment van de
bredere gemeenschap.
Bemoediging, dat is ook wat
Apokalyps 21, de eerste lezing van Allerzielen, beoogt. Met name voor
christenen in bange dagen, vervolgd in klein-Azië. Bemoedigend klinkt het
stukje, dat net voor het slot van het boek Openbaring komt: ‘Een nieuwe hemel
en een nieuwe aarde’. Maar zoals we allicht weten staat Apokalyps in wat
voorafgaat vol met schrikbarende beelden die bovendien erg symbolisch-cryptisch
overkomen. Er wordt in code-taal over Christus gesproken. Ik ben helaas niet
vertrouwd met de exegetische finesses van Apokalyps. Veeleer wil ik dan ook weergeven
wat de drie kenmerken van de tekst - schrikbarend, cryptisch, bemoedigend - oproepen
als ik die op de tekst van ons leven nu
leg.
(1)
Een
schrik-barende tekst: schrikbarende beelden
Schrik-barend is de
Apokalypstekst soms: zo is er bijvoorbeeld de draak die het pasgeboren kind van
de Maagd bedreigt. En zo zijn bepaalde beelden van de dood in onze
maatschappij. Een gemedicaliseerde dood: de helft van alle overlijdens gaat
tegenwoordig gepaard met een medische beslissing! Dood in het ziekenhuis, burcht van technologische
‘bewapening’ tegen de vijand ‘dood’ waar de zieke niet zelden sterft in een
geur van therapeutische hardnekkigheid, en niet van heiligheid of waardigheid.
Anderzijds zien we beelden van lijden en sterven in onderbemande en -bevrouwde rusthuizen, van dementerenden, beelden
die mensen niet geruststellen, ook al worden de goede beelden al te weinig
getoond. Bij jongere mensen beelden van ongelukken door de dodelijke cocktail van snelheid en alcohol of van zelfdoding en gezinsdrama’s. Beelden in
documentaires en films over geassisteerde zelfdoding ofte euthanasie die je wel
eens doen vragen: “Waar gaat dat…‘eindigen’?”
De beelden van onze tijd zijn dus ook schrikbarend, zoals in het boek Apokalyps.
(2)
Een
symbolisch-cryptische tekst: code-taal
Apokalyps is niet alleen
schrik-barend, de tekst staat ook bol van hermetische visioenen en symbolen
(‘het zevende zegel’). Onze tijd staat in zekere zin ook bol van
visioenen en symbolen – is er ooit een tijd geweest met meer van dat,
gezien alles wat bijvoorbeeld gebeurt op vlak van films en media… En hoe vreemd
het ook lijkt, je kan, zoals in de tijd dat Apokalyps werd geschreven, publiek
nauwelijks over Christus spreken, maar toch kan je bepaalde fenomenen, symbolen
en visioenen lezen, ‘de-coderen’ met een eigenzinnige religieuze-christelijke bril
en daar inzicht, bemoediging en troost uit putten.
Ik denk ondermeer toch dat in
de palliatieve zorgbeweging en in de vernieuwde aandacht voor rouw meer ruimte
is voor het ‘visioen’ en de beleving van de zaligsprekingen, ook al wordt in
palliatieve zorg zelden of nooit Jezus Christus vernoemd. Ook helpt het om fenomenen vanuit de diepe behoefte van de mens aan rituelen en religie – ver-binding – te bekijken. De mens is een ‘dier’ dat symbolen en rituele nodig heeft. Er zijn ‘rituelen’ waar je ze niet verwacht: medische technologie bijvoorbeeld heeft een rituele betekenis. Een aantal chemotherapieën, veel infuzen en sondes, kunstmatige voedingen en stamcellen hebben (ook) een diep symbolische betekenis, want die ‘levenslijnen’ kanaliseren letterlijk onze angst voor eindigheid en lijden. Het helpt me om milder te kijken naar het fenomeen van therapeutische hardnekkigheid en technologische inzet.
Zelfs euthanasie kan je, merkwaardig genoeg, beschouwen als een postmodern ritueel in een tijd dat klassieke rituelen minder aanspreken. Het klinkt misschien pervers, maar zoals bij een ziekenzalving spreek je af: op die dag, op dat uur, met die mensen, door die persoon zal het gebeuren. Rituelen dienen om onze diepe emoties en angsten te kanaliseren en controleren, en om gemeenschap te creëren. Voor sommigen gebeurt dat in onze cultuur zelfs via het ritueel euthanasie. Het helpt me bevreemdende fenomenen te de-coderen, begrip te voelen.
(3)
Een
bemoedigende tekst:
De Apokalypstekst klinkt
tenslotte niet alleen schrikbarend en symbolisch-cryptisch maar soms ook
expliciet bemoedigend. De tekst spreekt
van ‘God-met-ons’, ‘Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde’, van: ‘Zie, ik maak
alles nieuw’, van ‘En de dood zal niet meer zijn’.
God-met-ons, dat is voor mij palliatieve zorg. Maar dat is misschien ook wat ik lees in bepaalde films.
God is opgedoken waar je hem nooit had verwacht: in Nazaret en Betlehem, in een
stal. Dat verhaal van Jozef, Maria en het kind Jezus, God-met-ons zie je
opduiken waar je ’t niet verwacht: bijvoorbeeld in ‘The Broken circle…
breakdown’. Misschien zag u de film.
Hard, theatraal-overdreven die
film, en toch hangt er een zweem van positiviteit, met veel geluid en
instrumenten die nooit ver weg zijn, zoals in de Apokalyps. Je ziet een soort postmoderne Jozef en Maria – een koppel
waar letterlijk en figuurlijk muziek in zit, en allerlei standjes, wonend aan
de rand van de maatschappij. Ze krijgen een onverwacht, zelfs ongewenst maar
liefdevol bejegend dochtertje dat uiteindelijk een vreselijke dood sterft aan
een leukemie – waar we ook de grote medisch-technologische ‘rituelen’ zien. De
mama ligt als een piëta in bed met haar dode dochtertje – hart dat doorboord wordt zoals voorspeld
door Simeon aan Maria. Het rouwproces trekt de beide ouders uiteen - hoe komt
het overigens dat we in het evangelie nooit meer iets horen van Jozef? Het
lijden lijkt in de film de liefde te ‘breken’ (The broken circle…breakdown), doordat
men elkaar beschuldigt, wat de moeder zelfs tot suïcide drijft.
Is alles kommer en kwel? De
film eindigt toch op een positieve-optimistische noot (letterlijk dan) wanneer
de vader met zijn muzikale maten onder tranen vrolijke blue grass muziek speelt
wanneer het beademingsapparaat van de jonge moeder wiens hersenen door de suïcidepoging
al te zeer beschadigd zijn, wordt stilgezet. De film is doorspekt met de nu zo populaire
tattoos op het lichaam van de vrouw:
ook ‘schrikbarende’ beelden met op het einde toch een ‘blijde boodschap’ zelfs
midden de suïcide: ‘Maria’ heeft de
nieuwe namen voor haarzelf en haar man op haar lichaam getatoeëerd: Monroe
& Alabama: het doet me denken aan Apokalyps: ‘Ik
zal hem een wit steentje geven en op dat steentje staat een nieuwe naam
geschreven, die niemand kent’, een ‘nieuwe
hemel en de nieuwe aarde’ ‘zie ik maak alles nieuw’… Uitdrukkingen van de onverwoestbare neiging tot geloof, hoop
en liefde in de mens, over de grens van de dood heen. Het ‘kleine meisje hoop’ tussen de grote
zussen geloof en liefde (zoals Charles Péguy het uitdrukt), letterlijk en
figuurlijk in deze film.
En als u het een beetje
overdreven vindt om die film met het evangelie te verbinden: lees dan het
evangelie van Allerzielen waarin Jezus stervend als een foute mens op het kruis
een luide kreet geeft… en de Geest. En ‘Toen
scheurde het voorhangsel van de tempel van boven tot onder in tweeën’: dwz God
ontsnapt als het ware uit het heiligdom van de tempel, uit het instituut, voorgoed.
God is van iedereen, ook van deze ‘goddeloze’ wereld en daar is Hij/Zij met ons
voor wie het waagt te lezen en te decoderen. En dat is fundamenteel
bemoedigend.