INLEIDING H. IGNATIUS VAN LOYOLA
De tak lijkt niet op het zaadje: de jezuïet-psyhoqanalyticus Meissner lijnt drie periodes af
in het leven van Ignatius, telkens een twintigtal jaren, telkens ongeveer een
derde van zijn leven - à la Hegel.
These: kinderjaren; moeder vroeg
verloren; eerste jaren genurst door de vrouw van de smid, in een heel eenvoudig
ruw midden zonder privacy; later door de mooie, verfijnde schoonzus Magdalena
de Araoz die hem ook zal verzorgen na de kanonskogel in Pamplona waardoor hij
door de knieën ging als militair-diplomaat. WERELD van pundonor (wereldse eer:
land en vrouwen veroveren)
Antithese:
pelgrimsjaren – bekering – letterlijk en figuurlijk afstand nemen van zijn
wereld – REBEL – ascese, trial and error, - alles volledig laten afhangen van
de voorzienigheid, zwerven van Azpeitia naar Manresa, naar Jeruzalem, Parijs,
Venetië.., terug op de schoolbanken, naïviteit, ondervragingen door de
inquisitie, eerste vriendengroep, later een meer definitieve vriendengroep die
uiteindelijk onderscheidt bij elkaar te blijven ten dienste van de Kerk en
onder de leiding van een van hen – ONTWIKKELING GEESTELIJKE OEFENINGEN (methode
waarvan notities in klein boekje)
Synthese tussen enerzijds opleiding tot
diplomaat-militair in adellijk, wereldlijk milieu en anderzijds een
persoonlijke bekering tot zwerversbestaan in armoede: Ignatius wordt administrator
van een nieuwe vorm van religieus leven waar alles moest voor uitgevonden
worden – geen voorafgaande regels, richtlijnen, precedenten.. enkel zijn eigen
wijsheid. WERELD + PELGRIM LEIDT TOT RELIGIEUZE ORDE IN DE WERELD /
CONSTITUTIES – de jezuïeten zijn geen kloosterorde, ze zijn bedoeld
om in huizen te leven van waaruit ze de wereld invliegen, zonder vaste
gebedstijden, met mobiliteit ipv stabiliteit. Het gaat erom God te zoeken en
vinden in alle dingen, tot in het meest wereldse.
De tak lijkt niet op het zaadje
Was het echt dezelfde man : de edelman die zwerver-pelgrim wordt en zich tenslotte quasi opsluit in Rome om een religieuze orde op te richten en te leiden? Het zaadje zou leiden tot een enorme boom, een boom van communiteiten en colleges. Een nadere analyse zou tonen hoe het wel degelijk dezelfde man is en hoe de spanningen tussen de twee werelden waaruit hij komt ook in de derde periode van zijn leven aanwezig zijn zonder helemaal tot rust te komen. Toch is er die ‘nieuwe schepping’ die verbazing wekt en waar we in de eerste plaats dankbaar voor zijn, want die maakt dat we vandaag hier zijn op deze wijze, met een spiritualiteit om in spanningsvelden te leven. Zoals in Efeziërs 3: ‘Aan Hem die door de kracht welke in ons werkt bij machte is oneindig meer te volbrengen dan al wat wij kunnen vragen of bevroeden…’: de tak lijkt niet op het zaadje Die vaststelling verwekt ontzag voor wat God kan doen, zijn ‘goddelijke majesteit’ in zachtheid. Wek ook onze zachtheid weer.
HOMILIE H. IGNATIUS
Matteüs 16, 13-21
[13]
Jezus kwam in de streek van Caesarea van Filippus* en vroeg zijn leerlingen: ‘Wie is de
Mensenzoon volgens de mensen?’ [14] Ze zeiden:
‘Volgens sommigen Johannes de Doper, volgens anderen Elia, volgens weer anderen
Jeremia of een van de profeten.’ [15] Hij zei hun:
‘En jullie, wie ben Ik volgens jullie?’ [16]
Simon Petrus antwoordde hem: ‘U bent de Messias*, de Zoon van de levende God.’ [17]
Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Gelukkig ben jij, Simon Barjona; niet vlees en
bloed hebben jou dat onthuld, maar mijn Vader in de hemel. [18]
Ik zeg jou: jij bent Petrus*; op die steenrots zal Ik mijn kerk*
bouwen*,
en de poorten van het dodenrijk zullen haar er niet onder krijgen. [19]
Ik zal je de sleutels geven van het koninkrijk der hemelen, en wat je op aarde
bindt zal ook in de hemel gebonden zijn, en wat je op aarde ontbindt zal ook in
de hemel ontbonden zijn.’ [20] Toen verbood
Hij de leerlingen om iemand te zeggen dat Hij de Messias was.
[21] Vanaf toen begon Jezus zijn leerlingen duidelijk te maken dat Hij naar Jeruzalem moest gaan en veel moest lijden van de oudsten*, hogepriesters en schriftgeleerden, dat Hij ter dood gebracht zou worden en op de derde dag zou worden opgewekt.
[21] Vanaf toen begon Jezus zijn leerlingen duidelijk te maken dat Hij naar Jeruzalem moest gaan en veel moest lijden van de oudsten*, hogepriesters en schriftgeleerden, dat Hij ter dood gebracht zou worden en op de derde dag zou worden opgewekt.
Wie is volgens de mensen Ignatius? Wie
zijn de jezuïeten – en bij uitbreiding de ignatiaanse familieleden - volgens de
mensen? Door de bril van dit evangelie wil ik kijken naar de figuur van Ignatius
en zijn spirituele zonen en dochters. Het evangelie begint immers met die
identiteitsvraag die Jezus aan zijn eigen leerlingen stelt.
(1)
‘Wie is volgens de opvatting van de mensen de Mensenzoon?
Wie zeggen dat de mensen dat Ik ben?’
Moeten we die vraag begrijpen als een
retorische vraag waarop Jezus zelf het antwoord al weet of zoekt hij in de
dialoog met zijn leerlingen ook zijn eigen identiteit? Zoals wij ook blijven
zoeken naar onze identiteit? Je kan de vraag ook stellen als: Welke
Jezus krijgt volgens de opvatting van de mensen, gestalte in Ignatius en zijn
volgelingen? Belangrijk want een jezu-ïet moet minstens ‘iet’ van Jezus
uitstralen.
Sommigen zeggen: ‘Je bent Johannes de Doper’: slecht geklede ascetische figuren –
strenge gedisciplineerde boetepredikanten met indertijd donderpreken (denk aan La Peste,… - ‘criez fort, argument faible’), strenge scholen, of met een
‘waterslang’ om de massa’s te dopen, zoals Xaverius destijds
Anderen zeggen: ‘Elia’: geestelijke begeleiders, retraitepaters, biechtvaders, liefst
van belangrijke personen, koningen Louis Quatorze bijvoorbeeld en andere
multiplicatoren – Mensen die vanuit een sterke persoonlijke woestijnervaring
(dertigdaagse retraites bijvoorbeeld) en vertrouwdheid met de engel van
bemoediging (‘Sta op en eet iets’…) en de kwade engel, vanuit persoonlijke
beproevingen en experiencias/experimenten, mensen helpen om God te
onderscheiden in geweldige ervaringen (storm, aardbeving, vuur… - in Manresa
wordt Ignatius gedreven tot de rand van de zelfdoding…), maar ook in de zachte bries, de subtielere
onderscheiding – op zijn ziekenbed: verschillend aangesproken worden door
beelden (vrouwen tov heiligen) - wat doet ge hier (bijvoorbeeld in Jeruzalem…).
Weer anderen zeggen: ‘Jeremia’: het onblusbaar vuur; de
gepassioneerde figuur; God die ons verleidt en vasthoudt tegen onze menselijke
wil in; reuzen zoals de missionaris, Xaverius
Of nog: ‘een van de (vele kleine) profeten’: zieners, sociaal geëngageerden
in allerlei sectoren, mensen met een visie, ‘intelluelen’, schrijvers,
professors…
(2) Niet slecht…‘Maar gij? Wie zegt gij
dat ik ben (dat wij zijn)?’ Een persoonlijk antwoord op
een persoonlijk aangesproken worden – zoals in de oefeningen
Simon Petrus: ‘Gij zijt de Christus, de
Zoon van de levende God.’ Wat bedoelt u? Hertaald naar de ignatiaanse familie:
het gaat ons om de Zoon van de levende God, om de vertrouwdheid met de levende
God via Jezus Christus … - het geplaatst worden door de Vader bij de Zoon,
zoals Ignatius in La Storta. Cf. ‘Niet
vlees en bloed hebben u dit geopenbaard, maar mijn Vader die in de hemel is.’ Het
groeiend besef in weer en wind in het gezelschap te zijn van woorden, beelden,
van Jezus’ liefde. Dat heeft een unieke waarde. Daarom heten we niet ignatianen
maar gezellen van Jezus…
(3) ‘Gij zijt Petrus’, reageert Jezus die Simon een nieuwe naam en identiteit
geeft: dat is pas rotsgrond waarop je een gemeenschap kan bouwen en die het
kwaad zal weerstaan, en niets anders: het geloof/vertrouwen in de Zoon van de
levende God.
En omdat de Kerkgemeenschap deze schat door
de eeuwen meedraagt in broze vaten, en om die unieke schat van het vertrouwen
in die Christus niet verloren te laten gaan, zijn er concrete kerkstructuren
nodig, is er leiding nodig. Welnu, de tak lijkt niet op het zaadje ! De kerk lijkt niet op de gemeenschappen van het Nieuw Testament, de paus Petrus leek al niet op de impulsieve, simpele, ontrouwe visser met de zieke schoonmoeder (trouw-ma) en de pausen ten tijde van Ignatius leken verbazend veel op koningen met vrouw en kinderen, uit op macht en grond. Wie ooit de serie de Borgia’s gezien heeft, weet wat ik bedoel. Ignatius en zijn volgelingen maakten de keuze om zich aan die zeer fragwürdige katholieke hiërarchie te binden juist om de schat te redden. Het is een optie. Luther hervormde door eruit te stappen. Beide waren allicht nodig: these – antithese - synthese. Maar wat een vertrouwen van Ignatius, niet in de paus maar in de Zoon.
(4) ‘Daarop verbood Hij zijn leerlingen
nadrukkelijk iemand te zeggen dat Hij de Christus was’
Hertaald: maar wat de eigenlijke motor
is van Ignatius, van de jezuïet en de ign familie, dat krijg je niet uitgelegd in de media. Zoals in het gedicht: vertel het
aan de bomen (in deze tuin), niet aan mensen… Want het geheim van Christus
(de dynamiek van de GO die niets anders is dan de dynamiek van het evangelie) zal
voor de buitenstaander nooit aantrekkelijk zijn want dan moet je al iets
ervaren hebben van de zaligsprekingen: naar Jeruzalem gaan… om te sterven en te
verrijzen…. – lijden aan ‘de oudsten, de hogepriesters, de schriftgeleerden…’: lijden
aan het religieus en politiek establishment, aan het instituut… dat we zelf
geworden zijn: teveel macht einde van de 18° eeuw – de minima societas, het zaadje
– was een enorme, hinderlijke tak geworden, die afgezaagd werd door de opheffing
in 1776. Sterven en verrijzen later.Leven – lijden – sterven - verrijzen werd de motor van Ignatius’ leven dat zoals gezegd verliep als these (wereld) – antithese (de pelgrim die letterlijk en figuurlijk afstand neemt) – synthese (concrete structuur voor religieus leven in de wereld)
Tenslotte, als ik vanuit Ignatius’ leven naar de kerk en de Cie kijk sinds de jaren zestig, zie ik
THESE Terug naar DE WERELD: secularisatie dringt zich op en
dwingt tot veranderingen… Vaticanum II – Arrupe, eerste baskische generaal
sinds Ignatius: andere stijl, geloof en gerechtigheid, later én cultuur:
toewending naar de wereld – deuren van
de huizen waren in feite vaak gesloten… een tijd van allerlei experimenten: deze kapelruimte bijvoorbeeld werd een groen spiritueel amphitheater met zitblokken
ANTITHESE: TERUG NAAR DE BRON VAN DE GEESTELIJKE OEFENINGEN
(ikv bredere spiritualisering, denk maar aan mindfulness) : tot op vandaag
plukken we daarvan de goede vruchten – geestelijke oefeningen zoals hier, op de fiets, op Loyolatocht, in de bossen etc… Van
ascese naar het verlangen - het amphitheater werd omgevormd tot een monachale ruimte
MAAR WELKE NIEUWE SYNTHESE? Die zie ik nog niet. Laatste
decennium: besef dat er nieuwe organisatievormen nodig zijn in nieuwe tijden
(bijvoorbeeld Europese conferentie van provinciaals..)
waarbij veel ouds afsterft. Maar
misschien moeten we veel verder gaan dan aanpassing van constituties en mag er iets
heel nieuws komen, geen restauratie dus zoals momenteel, maar een NIEUW SOORT
RELIGIEUS LEVEN AANGEPAST AAN DEZE TIJD, zoals destijds met Ignatius. De
Sociëteit is geen doel op zich.
Omgaan met Materie
in een tijd van globalisering, ongebreideld neoliberaal denken en opwarming van
de planeet.
Omgaan met Macht
in een tijd van democratisering, feminisering, sociale media.
Omgaan met Minne in
een tijd van seksuele schandalen maar waarin eigenlijk het hele thema van
gender en seksualiteit in de kerkelijke doofpot zit; met constituties die quasi
niets erover zeggen – behalve dat we als engelen moeten zijn.
Een
nieuwe synthese na de these van de secularisatie, de antithese van de terugkeer
naar de spirituele bronnen. Ziedaar een ‘repetitie’ van de vita Ignatii die veel
vrucht zou kunnen opleveren! En waarbij de tak opnieuw erg anders dan het
huidig zaadje zou mogen zijn. Maar dat, geef ik toe, is enkel een
persoonlijke wensdroom van de voorganger op deze dag.