zondag 1 februari 2009

Eigen falen

Regelmatig faal ik, misluk ik. Onlangs kwam ik in een groep laatstejaars om met hen na te denken over kiezen. In een nagesprek in kleine groep ging het over al dan niet trouwen. Een meisje zei dat ze eerst lange tijd kinderen wilde met iemand voor ze wilde trouwen. Om zeker te kunnen zijn. Op een bepaald moment zei ik dat een reden om met elkaar te trouwen mijns inziens was omdat dit ook menselijker is dan een lossere, onzekere band. Prompt zei een ander meisje op scherpe toon: 'Dat vind ik beledigend voor hen die niet trouwen: jij vindt dus dat ze minder menselijk handelen...' Dat had ik niet willen zeggen, maar je kon het natuurlijk wel uit mijn woorden afleiden. Het bleef in me hangen en ik sprak er met een andere priester over. 'Ik begrijp dat meisje', zei hij. 'Je kan ook zeggen: trouwen is ook goed.' Zo'n antwoord getuigt van meer vrijheid, vind ik. Maar ik reageer niet altijd zo vrij.

Een collega van mij is erg ziek, al jaren. Ik heb om een aantal op zich begrijpelijke maar onvoldoende redenen nooit de stap kunnen zetten om hem te bezoeken, al denk ik praktisch dagelijks aan die collega. Overigens een vorm van bidden die wat troost. Nu had ik toch getelefoneerd voor een bezoek, maar toen hoorde ik dat hij in een erg slechte toestand verbleef in een buitenlands ziekenhuis. Te laat allicht. Een van de mislukkingen in mijn leven ook al kon ik mijn groeten overbrengen.