zondag 24 augustus 2008

Tia: ja, Tia! Ja, Tia: ja, hoog! 'Maar' sport?

We waren al een aantal uren een appartement van iemand in sociale nood aan het opruimen toen we het idee kregen om te luisteren naar radio 1 hoe het Tia verging. Ze had hem juist behaald, we hoorden nog niet dadelijk of het een gouden was, maar aan de enthousiaste toon van de reporter te horen moest het dat goud zijn. Wat kort daarop bevestigd werd. De hele natie kreeg een adrenaline-stoot. 44 jaar na Gaston Roelants, ook al in het Verre Oosten. De grijze, natte zaterdag baadde direct in een veel blijer licht. Maar ik had het niet gezien, ik had het niet rechtstreeks meegemaakt, net zoals de 4 x 100 meter bij de vrouwen. Ik vond het spijtig. Nochtans, het is 'maar' sport; en iemand uit de nood helpen is ook belangrijk.

En toch, misschien moeten we niet te vlug zeggen dat het 'maar' sport is. Van naderbij bekeken heeft sport misschien zelfs gelijkenissen met religie. Sport is bijvoorbeeld niet nuttig (al is er veel geld mee gemoeid soms, maar niet bij atletiek), maar wat niet nuttig is, is nog niet zinloos. Sport verwekt respect voor de jarenlange veelal anonieme inspanningen. Sport heeft ook van doen met eerlijkheid: geen doping gebruiken bijvoorbeeld. Sport vergt veel geloof: in jezelf, maar ook in de trainer, in de steun van anderen. Sport brengt mensen bijeen, letterlijk, maar ook figuurlijk, bijvoorbeeld door het enthousiasme en de fierheid over de landgenote die won. Vele mensen delen de vreugde (en soms de teleurstelling). Ze gunnen het succes ook aan atletes zoals Tia en Kim en haar drie 'kompanen', precies omdat ze niet alleen fantastische prestaties neerzetten, maar ook omdat ze niettemin zo spontaan, 'gewoon' en bescheiden overkomen. Al vinden ze sport evident heel belangrijk, toch wordt het geen afgod en blijken andere waarden als een gezin ook essentieel. Als Kim de 100 meter finale mist, zegt ze 'dankbaar' te zijn voor alles wat al wel gelukt is in haar leven. Sport vergt ook keuzes: geen zevenkamp maar hoogspringen, geen individuele 200m maar wel kiezen voor de collectieve 4 x 100 meter. Last but not least: sport kan zo mooi zijn, en daar mogen zovelen van genieten. En genieten is de voltooiing van de schepping.

dinsdag 5 augustus 2008

Jezus: 'sprekend' zijn Vader

God spreekt anders doorheen de tijden: dat blijkt ook uit de taal van de Bijbel die in feite niet een boek is maar een bibliotheekje van boeken ontstaan over vele eeuwen. In het Eerste Testament schrijft de profeet Jeremias: ‘Dit zegt Jahwe tot mij’. In Genesis lezen we: 'En de Heer sprak: er zij licht…’ In Exodus spreekt God tot Mozes en tot het volk en geeft de tien geboden. In die lijn lijkt de profeet Jeremias echt de spreekbuis, de woordvoerder van God, die bovendien letterlijk uitvoert wat God hem opdraagt. Indien ik zou zeggen dat de Heer deze nacht tot mij gesproken heeft, zou u allicht terecht denken: Marc moet eens naar een psychiater. Juist. Toch is het mij overkomen dat ik in een abdij de sterke aandrang voelde om naar een nachtofficie te gaan en het gevoel kreeg dat daar iets op mij wachtte en dat ik hieraan moest gehoorzamen. In die zin kan het spreken van de Heer tot de profeet misschien herkenbaar blijven.

Niettemin wordt het spreken van de Heer anders in het evangelie: geen dialoog meer zoals bijvoorbeeld tussen God en Jeremias of tussen Mozes en God. Het is Jezus zelf die spreekt zonder letterlijke interventie van God. Je krijgt ook minder de indruk dat hij letterlijk doorgeeft wat God de Vader voorzegt, maar dat Hij eerder uit zichzelf, in zekere zin ook gewoner spreekt. Wel is er die intieme band, die innerlijke dialoog met de Abba, Vader, die Jezus voortdurend opzoekt. Maar deze Abba verschijnt zelf nauwelijks nog ten tonele in de evangelies. Bij uitzondering wel: bij doopsel en gedaanteverandering: ‘Dit is mijn geliefde zoon, luister naar Hem’. Als dus de stem van de Vader klinkt is het enkel om het woord te verlenen aan de Zoon ‘Luister naar Hem’. Jezus is niet de woordvoerder van God, Hij is dat Woord.

Als we dus kijken naar de manieren van spreken van God is God ‘bij manier van spreken’ – letterlijk dan – in de evangelies mens geworden. Die mens leeft wel vanuit een intieme band/dialoog met de Abba. De Zoon is geen woordvoerder van God,maar de Zoon is wel, zoals iemand het zo mooi schreef ‘sprekend’ zijn Vader. ‘Wie Mij ziet, ziet de Vader’, zo laat Johannes, na lang contempleren en overdenken van het Jezusgebeuren, Jezus spreken. Hij is de gelijkenis van Zijn Vader… en Hij spreekt ook in gelijkenissen. Want ‘Zonder gelijkenissen leerde Hij niets’.

Jezus gebruikt beelden uit zijn tijd, dus ook veel natuur- en landbouwbeelden, zoals het mosterzaadje. Wat zouden onze beelden zijn? Misschien uit de communicatiewereld. ‘Het koninkrijk gelijkt op een goedaardig computervirus dat (of mooie beelden die) iemand op Internet zaaide zodat het via het wereldwijde web verspreid werd; het gelijkt op een aanstekelijke positieve boodschap die iemand op You tube plaatste; op een blog… Het Woord van God is als een gps die onze positie aangeeft en richting geeft.

Hoe 'spreekt' God volgens jou? Welke beelden zou jij gebruiken?