zondag 2 januari 2011

A Dieu 2010

Van het laatste trimester van 2010 heb ik een donkere indruk,vooral door de spanningen in mijn ziekenhuis omtrent de toekomstige locatie van de palliatieve eenheid. Misschien zag u het in het Belang van Limburg van zaterdag 22 november: grote kop: Terminale patiënten in wooncontainers.Dat ging over onze dienst.Niet fijn voor het ziekenhuis, maar nog minder fijn voor patiënten en families indien dit ook realiteit zou worden. Hopelijk komen we in 2011 tot een betere oplossing.

Die zwarte periode zou me bijna doen vergeten dat er ook andere dingen gebeurd zijn in 2010. Vooreerst is er de quasi dagelijkse ervaring van 'troost' in de begeleiding van patiënten en families en de vele momenten van fijne samenwerking in het supportteam en het team van de palliatieve eenheid waar de laatste jaren een aantal nieuwe verpleegkundigen zijn gestart. Onze corebusiness redt ons.

Maar er is meer. Zo maakte ik via lezingen waarvoor ik uitgenodigd werd, kennis met twee landen die ik niet of nauwelijks kende: Libanon en Québec. Libanon: kruispunt van enorm veel culturen in het verleden, nu van een langdurig conflict tussen moslims en christenen waarin de laatsten vooral sinds de burgeroorlog een geplaagde minderheid is geworden. Québec: land met een gigantische natuur, en toch erg gelijkend op ons kleine landje met zijn katholieke verleden, sterke secularisatie en bioethische discussies. Telkens had ik het gevoel vanuit onze collectieve ervaring hier van palliatieve zorg en omgaan met ethische problemen bij het levenseinde te kunnen bijdragen daar. We hebben een verspreiding van de palliatieve zorgstructuren die maar zeer weinig landen in de wereld hebben en hoewel wij soms scheef bekeken worden als een van de weinige landen met een euthanasiewet denk ik dat in het onderscheiden van de ethische problemen en de zorgvuldigheid om ermee om te gaan wij een bijdrage te leveren hebben aan de reflectie in veel andere landen.

Daarnaast waren er natuurlijk de vele lezingen in Vlaanderen, Nederland, Parijs. Mijn recentste boek Liefde voor het werk van tijden in management oogst veel herkenning, niet alleen in ziekenhuizen en woon- en zorgcentra, maar zeker ook in de onderwijswereld. Mijn analyse helpt mensen, zeggen ze toch, zich te situeren. Enerzijds voel ik me door de kritische toon van het discours wel eens een 'zaag' - bovendien stel ik een probleem waarvoor ik niet zomaar een oplossing heb - maar anderzijds moedigen positieve reacties en verkoopcijfers (derde druk op een jaar) mij aan om door te gaan met dit bewustmakingswerk.

Van bewustmaking gesproken: natuurlijk was het voor mij ook het jaar van het seksueel misbruikschandaal. Ongetwijfeld is in het eerste instantie de collectieve bewustwording van de impact van het misbruik door priesters en religieuzen op de slachtoffers het belangrijkste aspect. Het is helemaal niet evident om een probleem echt te zien, maar het is het fundamentele vertrekpunt om tot een levengevende dynamiek te komen - iets wat ik vooral uit de Geestelijke Oefeningen geleerd heb overigens. In tweede instantie echter vind ik persoonlijk dat de kerk zich bewust moet worden van de vele andere doofpotten die alle met seksualiteit en gender te maken hebben: de vrije celibaatskeuze, de vrouwelijke priester, het principeel toelaten van contraceptie en van kunstmatige fertiliteitstechnieken zijn in feite evenveel taboes in de katholieke kerk, ik bedoel dat er op hoog niveau geen open gesprek over gebeurt, terwijl aan de basis zeer veel mensen hier open voor staan en vragende partij zijn. De gemeenschappelijkheid van deze problemen met dat van het seksueel misbruik ligt niet alleen in het thema van de seksualiteit zelf maar ook in dat van de macht. Seksueel misbruik heeft te maken met machtsverhoudingen, bijvoorbeeld tussen religieus/priester en kind, maar ook het weigeren van het priesterschap aan de vrouw heeft met macht te maken: op die manier blijft de controle over de kerk bij celibataire, oudere mannen. Dat gebrek aan openheid en innerlijke vrijheid vind ik ongezond en onevangelisch.

De pauselijke keuze van de nieuwe aartsbisschop, tegen de voorkeur van de bisschoppenconferentie in, maakt duidelijk wat in Rome nog duidelijker is: er is een poging tot een restauratie aan de gang. Symptomen van een fin de régime? Gaat de Kerk van Jezus die de onzuiveren opzocht en zelf onzuiver werd, zichzelf isoleren tot een kerk van zuiveren/'katharoi'? In het donker straalt het vlammetje meest. Zo straalt de nieuwe bisschop van Brugge, ja juist Brugge, een open geest uit. Het zal zijn zoals in het ziekenhuis: vergeet niet te kijken naar de core-business, bijvoorbeeld de geestelijke begeleiding, en put daar bemoediging uit, ook voor de structurele strijd.

Kruipen we uit het dal in 2011 ?