Matteüs 1,17-24:
[18] De herkomst van Jezus Christus was deze. Zijn moeder Maria was verloofd* met Jozef, en voordat ze bij elkaar gingen wonen, bleek zij zwanger te zijn van de heilige Geest. [19] Jozef, haar man, was een rechtvaardige. Omdat hij haar niet in opspraak wilde brengen, kwam hij op de gedachte om in stilte van haar te scheiden. [20] Terwijl hij dit overwoog, verscheen hem in een droom* een engel van de Heer, die zei: ‘Jozef, zoon van David, wees niet bang uw vrouw Maria bij u te nemen, want wat bij haar tot leven is gewekt, is van de heilige Geest. [21] Ze zal een zoon krijgen en u moet Hem de naam Jezus geven, want Hij is degene die zijn volk zal redden uit hun zonden.’ [22] Dit alles is gebeurd opdat vervuld* zou worden wat door de Heer bij monde van de profeet gezegd is: [23] Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon baren,
en ze zullen Hem de naam Immanuël geven,
wat betekent: God met ons. [24] Toen Jozef uit zijn slaap wakker werd, deed hij zoals de engel van de Heer hem had opgedragen. Hij nam zijn vrouw bij zich
en ze zullen Hem de naam Immanuël geven,
wat betekent: God met ons. [24] Toen Jozef uit zijn slaap wakker werd, deed hij zoals de engel van de Heer hem had opgedragen. Hij nam zijn vrouw bij zich
Dat vreemd verhaal,
het ‘kindsheidsevangelie’ van Matteüs is een reflectie – a posteriori,
stroomopwaarts naar het onaanzienlijke begin - op het leven van Jezus van
Nazaret. Een reflectie in miniatuurvorm, in pocketvorm, op het hele leven van
Jezus en in die zin minder onschuldig, ‘naïef’, kinderachtig dan het lijkt. Een
tweede naïeviteit.
Matteüs’ tekst begint
met te spreken over ‘geboorte’: ‘De
geboorte van Jezus Chistus vond plaats op deze wijze’: hier hadden
we misschien de evangelielezing moeten stoppen, en het ieder zelf laten invullen….Het
evangelie volgens mijzelf… Op welke wijze vindt de geboorte van Jezus Christus
plaats… ‘door mij, met mij, in mij’,
‘door ons, met ons, in ons’?
Het Griekse woord dat
in de liturgie vertaald werd als ‘geboorte’ maar elders als ‘herkomst/afkomst’,
is‘génesis’: dit woord geeft meer het
gevoel van een proces (een genese) en voert meer naar de oorsprong dan naar de
‘outcome’, geboorte; en zo is het
ook. Inderdaad is er verderop in onze passage nog geen sprake van geboorte,
maar wel van zwangerschap, wat ons voert naar de oorsprong en naar wat die
zwangerschap teweeg brengt en betekent.
Daarin zien we hoe
Jozef ziet (kort) , oordeelt (lang) en handelt (kort). Zien hoe Jozef hiermee
omgaat.
ZIEN
We beginnen bij een
feit, of liever ‘een gegeven’: de onverwachte verwachting van Maria; een
zwangerschap, een wonderlijke zwangerschap, een nieuw begin van leven, een
‘innovatie’. Waar zien we nieuw leven dat op een wonderlijke wijze ontstaat, of
dat voorbereid wordt? Een kunstwerk,
wetenschappelijk innoverend onderzoek (M.S….), een nieuwe attitude, een nieuwe
denkrichting of een nieuw begrip (‘resilience’), een nieuwe vorm van
solidariteit of samenleven, een nieuwe vorm van financieren (destijds
‘Hefboom’: hoe armen, bepaalde initiatieven slagkracht geven…), een nieuwe
aandacht bijvoorbeeld oog voor de slachtoffers van seksueel misbruik, een
nieuwe paus, en ja natuurlijk: elk nieuw kind…
Bij dit alles willen
we hier de aandacht op trekken: ergens
is er iets nieuws, iets ‘on-gehoords’, ‘on-geziens’, ‘on-tastbaars’ aan de hand
(geweest) ‘Zij was zwanger van de
heilige Geest’. Het staat er zo heel simpel. Vanwaar halen ze het?
Ja, vanwaar halen ze het? Hoe is de
kunstenaar, de wetenschapper, de groep, de oubollige kardinalencurie (wie had
zo’n pausfiguur verwacht?) op dit idee gekomen? Het is hem of haar ergens
gegeven… De eenvoud van het gegeven dat iets nieuws is ontstaan. De novo. Met
niets van niets. Met ‘heilige Geest’. Genitum,
non factum in het oude Credo: geboren, niet gemaakt.
Wel moet de Geest een
gunstig terrein vinden: Jozef en Maria waren al verloofd, zij was al
uitgehuwelijkt maar ze woonden nog niet samen. Ze waren al geëngageerd, wat hen
openstelde voor iets nieuws. Er was al een beloftevol begin, ze waren vol van
belofte. Op die manier kan iemand al een tijd aan een tekst werken, was hij of
zij ermee bezig, maar is het lang pure transpiratie tot er een écht nieuw idee,
een inspiratie binnenkwam. Je kan jarenlang timmeren aan de weg, naarstig maar
zonder veel vrucht, en dan komt er plots schwung, een beweging; of jarenlang
doe je onderzoek en dan komt er een doorbraak, vaak door een zogezegd
‘toevallige vondst’ of associatie… Vanwaar komt het?
Een uitnodiging om de
zin ‘Hoe is het mogelijk?’ niet enkel te verstaan als ‘Hoe zit dat in elkaar?’
maar te beseffen dat we veel leven missen als we ‘Hoe is het mogelijk?’ niet
ook verstaan als een kreet van verwondering dat
aan elk van ons ideeën die reëel worden, worden gegeven, ze worden in ons
geboren. Genitum non factum. Een
uitnodiging om ons leven van mensen na de Verlichting niet alleen door
oplosbare vragen te laten beheersen – hoe gaan we ons leven organiseren? Hoe
gaan we onze deadlines respecteren? Hoe gaan we financieel rondgeraken? Tot en
met: Hoe geraak ik letterlijk in verwachting?... – maar meer door onoplosbare
vragen: wat is de oorsprong en betekenis van dit nieuwe leven, van dit nieuwe
gegeven?
In het ‘oordeel’ van
Jozef komen 3 existentiële ‘toetsstenen’
aan bod: de ervaring heeft iets schandaligs – het heeft iets van een droom – het
ligt toch in de lijn van de verwachting.
Hoewel een nieuw
zicht op lichamelijkheid en seksualiteit ‘nieuw’ zou zijn voor de
kerkgemeenschap, ligt het toch in de lijn van de geschiedenis en de
verwachting… Heeft kerstmis overigens niet alles te maken met lichamelijkheid?
ZIEN OORDELEN HANDELEN
Waar zien we
in ons persoonlijk, gemeenschaps- of maatschappelijk leven nieuwe vormen van
menswording ontstaan? Kunnen we ons verwonderd afvragen: Hoe is het in Gods
naam mogelijk? En waar helpt deze lezing (zijn toetsstenen: iets schandaligs –
iets van de droom – iets van de traditie?) ons om daarin authentiek
mensenleven, toekomst, maw ad-vent bespeuren?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten