Gevoelens,
kinderen, ignatiaanse spiritualiteit, ze voerden mij spontaan naar de kindsheidsevangelies:
pittoreske, onmogelijke verhalen over de wonder-baarlijke zwangerschap van
Maria, Jezus’ geboorte en de vlucht naar Egypte om ‘t kind te beschermen.
Historisch en gynaecologisch gezien prietpraat. Geloof jij nog in sprookjes? Ik
wel. Een goede roman is ook niet echt gebeurd, maar vertelt ons toch van het
leven. Zo ook met dat miniatuurevangelie.
Ignatius nodigt uit jouw leven kinderlijk-naïef op die verhalen te leggen. Concentreer
je in goede encounter-stijl op gevoelens en dromen die bij Maria en Jozef naar
boven komen door een wonderlijke zwangerschap. En is niet elke zwangerschap
wonderlijk?
De boodschap aan Maria (Lucas 1,26-2,7)
Ik kijk eerst naar
Maria. Haar eerste gevoel in het Lucasverhaal is verwarring. Niet in eerste
instantie omdat ze zwanger is, maar omdat ze een boodschap van de engel krijgt,
zeg maar een ingeving: ‘De Heer is met u.’ Ze ervaart dat ze niet alleen is in het
bestaan maar gedragen wordt door iets dieps. Vreemd, maar je kan door een
positieve verandering uit je evenwicht geraken, zoals bij een verliefdheid, een
verlangen dat je ontdekt, en natuurlijk bij een zwangerschap. Je voelt zelfs
schrik, maar toch is er ook de beweging: ‘Schrik niet, Maria, u hebt genade bij
God. U zult zwanger worden en een zoon baren…’ En dan slaat de fantasie op hol:
‘Hij zal een groot man zijn…’ Er wordt al gedacht aan een naam: Jezus, zeg! ‘De
Heer zal hem de troon van zijn vader David geven’: Hij zal op zijn vader
gelijken… Herkenbaar, toch?
Wacht even. Natuurlijk
flitsen er vragen door Maria’s hoofd: ‘Maar hoe moet dat dan?’ Je kan op veel manieren
kinderen krijgen: geslachtsgemeenschap, medisch geassisteerd (dan vaak twee
ineens), adoptie, een nieuw samengesteld gezin, zelfs als grootouder kan je een
kind ‘krijgen’ omdat je dochter of zoon plots alleen valt. Opvallend hoe
gehecht kleinkinderen zich tegenwoordig voelen aan grootouders. Vaker dan
vroeger worden zij soms ervaren als moeder of vader. Zo wordt ook nicht Elisabet
‘op haar oude dag zwanger van een zoon’. Ik ben niet de enige met een wondere
zwangerschap, bedenkt Maria. En van schrik evolueert ze naar openheid,
vertrouwen, ‘verwachting’: ‘Laat met mij gebeuren wat u gezegd heb…’
Diepe emotie
leidt altijd tot lichamelijke beweging, let er maar eens op: Maria reist ‘met
spoed’ naar Elisabet. De verwachting
wordt ronduit vreugde in de ontmoeting met de toekomstige moeder van Jezus’
neefje Johannes. Maria’s lichaam komt nu helemaal in beweging: ze brengt een
kind ter wereld. Dat kind lost je problemen niet op, integendeel, en toch verlost
het je doordat het die problemen in een heel ander perspectief plaatst.
Vreugde, droom.
Maar het kind
loopt met je droom wandelen. Niet anders bij de puber Jezus: als twaalfjarige
verdwijnt hij in de grootstad. ‘Kind, hoe kon je ons dit aandoen? Wat waren je
vader en ik ongerust toen we je kwijt waren.’ Zijn antwoord klinkt nog
onrustwekkender: ‘Waarom hebben jullie mij gezocht? Wisten jullie niet dat ik
bij mijn Vader moest zijn?’ Ja, vader!? Begrijpelijkerwijze begrepen ze er
niets van. Wel ‘bewaarde Maria alles - al die gevoelens - in haar hart’. Doen
wij ook in Encounter: de gevoelens niet weggooien, er niet zomaar op leven,
maar ze bewaren. En Jozef?
De boodschap aan Jozef (Matteüs 1,18-24)
Zoals elke man
zit Jozef er qua zwangerschap maar voor weinig of niets tussen. Psycho-analytici
beweren: elke vader is eigenlijk adoptievader. Meer dan voor de vrouw is zijn
kind een vreemde die hij niet in zijn buik voldraagt maar die hij in zijn hart moet
adopteren.
Bij Jozef, gedoodverfde
stiefvader, proef ik in het Matteüsevangelie angst, maar ook verontwaardiging:
Maria is immers zwanger voordat ze echt ‘kennis’ hebben met elkaar. Wanneer ken
je iemand voldoende zodat je ‘met vrucht’ kunt slagen in een relatie? Schrik om
een definitieve stap te zetten. Hoe actueel. Jozef wil Maria ‘niet in opspraak
brengen’, hij zit dus in het gevoelsregister
van schandaal, verontwaardiging, kwaadheid. Hij wil er zich stilletjes aan
onttrekken. Terwijl hij dit bedenkt, verschijnt een andere boodschap in een droom: ‘Wees niet bang uw vrouw Maria bij u te nemen,
want wat bij haar tot leven is gewekt, is van de heilige Geest.’ In
encounter-taal: Jozef herinnert zich letterlijk en figuurlijk zijn droom. Dat
geeft een gevoel van diepe geruststelling en maakt hem besluit-vaardig: hij
volgt zijn droom en neemt zijn vrouw bij zich.
Hoe voel ik mij
bij dit alles? Ik, religieus, heb geen kinderen. Of toch? ‘Uw palliatieve
dienst, dat is uw kind’, zeggen mijn verpleegkundigen-moeders. En als aan dat
kind geraakt wordt, rijzen veel feelings. In mijn wagen voer ik mijn
geestelijke kinderen mee: vijf boeken, pennenvruchten van veel voelen, denken
en doen. In mijn hart bewaar ik zoveel volwassenen en kinderen die ik door mijn
wonderlijke en onmogelijke leven ontmoet. Dat ‘baart’ mij zorgen… en vreugde.
Marc Desmet
Geen opmerkingen:
Een reactie posten